De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Ad Zuiderent Gedicht zonder kameel Wie is de gelukkige? Die zonder pennestreek of ademstoot zich afstaat aan de luwe eenzaamheid, besloten tot een eigen oase? Die zijn verhaal als plakkerige handen afveegt aan het stof om hem heen, in de woestijn zichzelf aanboort; iemand die roept? Of, onder het gehoor van samoem en sirocco, jij in de duistere wind, je huid droog, je adem al sneller, en je vinger klaar om in wat je aanwaait te schrijven dat je gewassen wilt worden. Wie is dat? Wie is de gelukkige? Ademtocht Verliet voor vergezicht en lucht bij Driemond haar per fiets, bij Waterland of op de schaats naar Jisp, trok zij zich bij de Munt terug, in trapboot, langs de Groenburgwal, trok daar tussen kades in zog haar wangen naar binnen, luchtledig alom - geen auto, geen fietser, of iets dat bewoog, van de Zuiderkerk af, binnensmonds - in doodwater geraakt het verkeer, ver van Zorgvlied al stil, dit naar binnen gekeerde gezicht, hoe lang houdt zij vol, deze kleine komedie, deze rol van zwijgend zwart gat, ademsluis, lokkend wak. Vorige Volgende