De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Piet Meeuse Gaande, staande Geen ding dat ooit bij het begin begint of ophoudt waar het eindigt; alles blijft gaande: meeuwen staande in de lucht, aanvoer van wind en licht ononderbroken, waarin iets opduikt dat er ook al was - jij, in je schijngestalten, een gebaren van overbodige verbanden, verlangende gelegd te worden, ter voltooiing. Ei. Kijk uit: bijna was je erin getrapt. Volmaakt door ingewanden uitgevonden heeft het niets nodig dan dit nest tot het gevleugeld wordt ontbonden en stilstaat in de lucht die vliegt. De oude kerk, speculatief Staat wat van steen is vast? Lichtgelovigheid en Newton's god, de duivel kwam hem halen. nergens aan de Vecht; aantrekkingskracht houdt afstand. wisselend van vorm. Ruimte en tijd bieden kansen genoeg, je om te scholen tot ziener die van elk gewicht bevrijd over het water loopt: luchtig herleid je steen tot water, licht. O, die symbolen! Een rots, een vaste burcht. Ja, kathedralen! Wat steeg in steen bleek niets dan zwaartekracht en Newton's god - de duivel kwam hem halen. De torenspits hangt swingend in de gracht waar de onderste steen boven komt: totale gewichtloosheid. Kijk, wat licht is lacht. Vorige Volgende