De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Jacobus Bos Geliefde - Onheil Wie zo mooi schreef kan ook niet gelukkig zijn geweest: die moet ook al zijn liefde hebben gestoken in een grote en vergeefse liefde. Rots die breekt in water dat zich ontdeed van elke herinnering aan wat zich hier voortdreef - Zonder grond onder de voeten hangt men alsof men altijd al er hing: moeizaam van woorden hun beelden en betekenis hervindend. Rotsvorm. Formatie. Hun schaduw. Dat je een zuil werd omdat je omkeek dat spreekt mij wel aan. En dat je voor altijd van verre er prachtig gebeeldhouwd uitzag als iets dat mijn leven kon redden dat prachtig gebeeldhouwd en schuimend uit zee verrijst: al liederen zingende - En dat ik mij naast je nederlegde alsof ik voor altijd naast je neer zou liggen: zo over zee uitziend als een steen over zee uitziet. Zo als een steen er uitziend als een steen er uitziet. [pagina 39] [p. 39] Je leefde niet en was niet dood. Er groeide vuil op de ruiten. Je hield van dit vuil: van zo een vuile huid die met handen vol licht zich strelen liet. Dit is je foto: gevallen. En dit je muziek. Tot zwijgen gebracht. Hoe kan ik je van een wit paard laten dromen zonder dat ik zelf de ruiter niet ben - Er groeien bessen langs de beschutte helling van het duin. De zon gaat weer zo suikerroze onder dat het weerzinwekkend is. Ik opende mij voor je zei de zee en ik sloot mij weer. Ik opende en sloot me weer. Geliefde - Onheil langs het strand weg rennende: al gedurfder zich in zich oplossende. Zo was je er: zo was je spoorloos. Marmeren herinnering die valt en breekt. Op papier lijkt alles achteraf verklaarbaar. Hoe woorden beelden worden en die beelden bewegen. En hoe die beelden weer woorden werden. Marmer dat viel en dat brak. In mijn hoofd is alles in orde. En achter de piano zit een eeneiige tweeling vierhandig je lievelingslied spelende. Het is zo koud in Alaska. En al je vrienden noemden je Alaska. Het is zo koud in Alaska. Vorige Volgende