roggebrood met kaas. Hij had genoten van zijn ruime huis van de methode. En hij had geloofd dat hij die taal nu ook spoedig zou uitvinden.
Hij was ervan overtuigd geweest dat de taal zou komen in een flits. Als alle kondities gunstig zouden zijn.
Hij had besloten om de avond te vullen met studie.
Na nog geen tien minuten studie had hij ontdekt dat het huis van de methode stond in een gebied dat De Bildtpollen heette. En ook dat zijn dijk, die op elke wereldbol moest zijn aan te wijzen, er was gekomen in het jaar 1715.
Hij had verder gelezen. Over de Rijd en 't Wad, over heerschappen, rentmeesters, grietmannen, over goudguldens, de hoogte van huren, de zwaarte van straffen, over cavels, roeden en morgens, over Hessel en Gabbe, over pachters en pastoorsmeiden.
Na uren lezen had hij genoeg gekregen van deze dijk van een archiefkast, zoals hij het boek genoemd had. Hij was in bed gaan liggen.
Hij had niet kunnen slapen.
Hij was uit bed gegaan en had De Geschiedenis van Het Bildt weer opengeslagen. Hij had willen weten wanneer de pollen waarop het huis van de methode stond waren opgebild.
Zijn oog was echter gevallen op een merkwaardige zin: Elck kome op syn bit, ende begiet et wel, soo glijdt de Cornel, met syn zwart vel, van boven del!
Hij had zich Geuzen voorgesteld (Franeker 1572), die hun stadswallen begoten met water om ze door bevriezing onbeklimbaar te maken. Hij had zich voorgesteld hoe je je daar als baas van de Noordelijke provinciën, Portugees, donkerhuidig, in prachtig kostuum, door kon laten afschrikken.
Hij had zijn schrijfbloc genomen en erin geschreven: Wij kunnen de geschiedenis alleen begrijpen als wij de gedaante aannemen van een stadhouder.
Hij had een glas melk gedronken en was gaan slapen.