De Revisor. Jaargang 9(1982)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Eva Gerlach 1 In dromen staat zij aan de horizon kleurloos en tot veel groter hoogte dan haar krachtens haar afmetingen toekomt tegen het licht te aarzelen op de rand van gezien en herinnerd worden. Plat als in een album lijkt zij dichterbij te komen, maar te laat: dood verplaatst mij zodanig dat zij achterover slaat. 2 Ik zie haar zoals vroeger in de klas juffrouw Van Beek, wanneer ik slaperig was en mijn ogen wegdraaiden: tweemaal leek zij vaag maar herkenbaar op wacht te zitten. Als ik volhield, kwam doorschijnend in het midden een kleiner beeld, dat snel naar achter week. Dat was wat ik verlangde; het bleef maar kort. Zodra ik goed keek, zat zij weer zwaar voor het bord. 3 De blauwe Douglassparren zijn verdwenen. Het is al mooi dat het strafhok hier nog staat, hetzelfde dak van gegolfd asbestplaat. Dit schroefgat was de lens: ik kon ze vaak zien. Afhankelijk van wanddikte en diameter hingen zij ver van het ruisen in een mist. Een kopstaand beeld, natuurgetrouw misschien, maar zo klein dat ik dat nooit zeker wist. Vorige Volgende