De Revisor. Jaargang 9(1982)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Marcel Koopman Pluto Zal ik het mos beschrijven of de laars, de vingers of de kettingzaag en zijt gij lieve lezers of een kraaienplaag notoir belust op iets onoirbaars? Ik sta in bijna-herfst, benen gespreid en voel voorzichtig of de levensringen binnen de bomen al gaan zingen want als het hout verzacht dan is het tijd. Maar niets beweegt, alleen de wind is west en vochtig en het lijkt alsof de herfst ieder jaar doder wordt, de zon definitiever afgereisd. Overal russula's en melkzwammen crème en karmijn, mauve en geel die eensklaps uit de zwamvlok exploderen atomen stapelend in hoed en steel. Waar gaan wij als de aarde stopt, zal ik de laars beschrijven of het mos, benen gespreid, duim op de knop, zijn er nog knoppen in dit bos? Het mos geeft antwoord aan mijn voet, alleen mijn sapstroom is te sloom en stuwt de kennis niet omhoog tot waar ik hem herkennen moet. Nu lageren de wolken zich. Ik moet hier weg voordat de regen breekt, methaangeur brandvlekt mijn verbleekt gezicht. Is er nog weg uit dit moeras? Het mos zuigt gulzig aan mijn laars en uit de splijtzwam schuimt het gas. Ik baan mij op de tenenspitsen het pad waarlangs mijn leven kruipt. Als najaar dat steeds nader sluipt spreidt zich de dode adem van het splitsen. Vorige Volgende