De Revisor. Jaargang 8(1981)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Jan Kuijper Jeremia 12:9 De vogelen zijn rondom tegen haar. Ze heft haar handen tegen hun gekweel, ze zwiert met haar haar, maar het helpt niet veel. Dood is ze als een pier, en doet nu maar alsof ze bedreigd wordt door lijfsgevaar. Misschien heeft ze gelijk, hoort dit krakeel bij een eschatologisch eindoordeel. Het is een leven dat ik je bespaar. Ik moet bekennen dat ik van haar houd. Ik heb haar nooit gekend. Dat kan ook niet; al springt ze hoog en laag, ze is niet koud of warm geworden, ze heeft nooit bestaan. Er staat iets geschreven, zoals je ziet. Het geldt voor haar, voor mij, voor jou voortaan. Vorige Volgende