De Revisor. Jaargang 8
(1981)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Huis 1Een huis. Waar denk je dan aan.
De plaats aan de smalle weg
aangewezen. Gezegd:
hier moet het komen te staan.
Daar loopt dan de laan
met grint waar de regen in weg
kan zakken. Het erf. Een heg:
het gaat ze immers niets aan
wat mensen binnen doen samen.
Luiken voor de ramen.
Keuken. Gangen. Kamers.
Woordloze droom van een bed.
Avonden bits van winter
kunnen niet binnendringen
in dat gebouwd huis: een nest.
Lijnen van een wijzende hand
over de aarde. Zeker
is het huis zo bedacht.
In oogbewegingen zacht
van verwachting getekend
op het nog lege land.
| |
[pagina 13]
| |
2Toen het er stond. Zo vol
van opgestapelde tijd
dat je het spoor haast kwijt
zou raken tussen de tal-
loze levens erin. Door kamers
keken foto's van dode vaders.
Vroegere moeders lagen
vruchtbaar in verledens te slapen
dwars door de levenden heen.
Stemmen. Handen, bewegend
onder de lamp. Werken. Eten.
Seizoenen over het eeuwig
lijkende land in de ramen.
Graan in de schuur, het zweet
van zomers opgeslagen
in voedsel voor de knagende
honger in muizen en uilen
en de muil van de verre stad.
Hoe een kind alleen
uit school kwam over het pad
in het donker. Echoos van jagers,
de schreeuw van hazen, de adem
van zachte paarden. Een wak
van licht was het huis in de nacht.
Het kind voelde de levens slapen
onder het onaantastbaar dak.
| |
[pagina 14]
| |
3De plaats waar het is geweest.
Er lijkt wel een soort luwte
te heersen: of ijle muren
van herinnering om een leeg
huisvormig blok tijd heen staan
waarin niets meer beweegt.
T. woonde hier, een man
van varkens en hokken, geleefd
met weinig woorden, honden,
een blozende vrouw, warm en luid
als een vrolijk dier. Een zolder
ondeugend van kinderen. Een huis
van kachels en koffie. Kippen
op scheve hekken, als snippers
verwaaid papier. Waar is het
nu allemaal? Er kwamen
nijvere mannen met hamers
en wagens. Wat haast een eeuw
binnen was werd ineens
blootgelegd met een schreeuw
van scheurend hout. Opgeladen
en uit dit beeld gereden.
De bulldozer schuift er een heden
van afwezigheid overheen.
| |
[pagina 15]
| |
DecorLeven dat hier bestond
behoudt een aanwezigheid
waardiger dan wat nu lijkt
zo tastbaar te zijn. Kijk
onder de stenen: grond.
Dwars door je nieuwe huis
in een andere ruimte van tijd
stappen jagers over een ijs-
harde akker. De hagel bijt
in je dromen. De smaak van kruit.
Ter hoogte van je bed
loopt een sloot tussen velden door.
Vissen trekken een spoor
van bellen achter je net
afgewend hoofd. Het decor
waarin je bent neergezet
wordt al doorzichtig, slijt
als papier op de vouwen door
onder de schurende tijd.
Daarachter weer het wijd
waaiend landschap. Werkelijkheid.
|
|