De Revisor. Jaargang 7(1980)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Willem Jan Otten Zon, vrouw, kamer Om tien uur komt zij op. Vestigt koel een blik op mij, een lijst, een zuigeling, gewaterverfd bewijs dat ik bekeken werd al vóór ik wist dat ik bestond. Niets te zoeken brengt zij alle hoeken aan het licht. Gaat als een volgspot schuins de boeken na, elke rug een naam. Wie volgt wie? Zij raakt mijn schoonschrift aan. Ik kijk omhoog - te laat. Zij sluiert zich in ongelapte ruiten. De schaduw van mijn pen wijst nu mijn navel aan. Twaalf uur. Ik draai me om en zie, recht achter mij, een venster in de muur, waarin, in brand, een man. Maar zij gaat door. De spiegel brengt verlossing, kort, zij raakt verdiept in wat zij denkt dat inzicht is. De kamer is nu blond. Pas tegen theetijd neemt zij afscheid, smeulend in behang. (Zij heeft dan en passant het meisje dat daar hangt verdronken in de baren van haar eigen verf.) Ik knip de lichten aan. Mijn dag begint. Lampen kijken niet, zij zijn van mij, en staan. Vorige Volgende