streden. Ik stel mij een tweede pamflet voor, maar zal het niet schrijven. Het zou betreffen de stukjes-cultuur-van-het-gezonde-verstand en ik zou daarin allerlei schrijvers die ik hoogacht verwijten dat zij, in de afgelopen jaren, hun macht over het woord misbruikt hebben: Rudy Kousbroek, Karel van het Reve, Maarten 't Hart, Renate Rubinstein, Piet Grijs. In de zeventiger jaren, Jeroen Brouwers, was er nog een tweede maffia, namelijk die van de leesbaarheid en het gezonde verstand.
Hoort Krol daar bij? Af en toe wel. Hij is ook bijzonder leesbaar en gemakzuchtig, maar hij is dat gewoonlijk in dienst van het schrijven. Indien hij meer las en zich grondiger documenteerde, dan zou hij minder schrijven en vooral: anders. Het zou lang zo leuk niet zijn en... lang zo waar niet.
Ik amuseer me met Krols roofbouw op ernstig onderzoek, maar ik voel wel morele bezwaren. Mag de (wetenschappelijke) waarheid zo relativerend bejegend worden? Is het toegestaan beweringen te doen zonder goed ingelicht te zijn? Krol heeft zo'n werkwijze, vanuit het niets, duidelijk als programma. Hij wil - au fond - van kwesties of problemen niet echt iets afweten, hij wil er, door te schrijven, uit zichzelf iets over te weten komen. ‘Ik ben pas geboren.’
Dat maakt hem voor specialisten vaak irritant naïef of zelfs te kwader trouw. Frida Balk mag dan ook met recht stupéfait zijn: die man kan niet lezen, die verdraait de boel! Inderdaad, Krol kan niet lezen, hij kan alleen maar schrijven.
T.v.D.