| |
| |
| |
Koen Wessing
Het moment
Foto's met commentaar, genoteerd door Max Pam
Op de vraag hoe oud hij is, zegt Koen Wessing: ‘Van 1942’. Na een jaartje kunstnijverheidsschool en wat andere mislukkingen, werd hij free-lance fotograaf. Wessing is bepaald geen fotograaf van het stilleven. Wanneer Wessing bij een oploopje niet aanwezig is moet hij met een ernstige ziekte thuis in bed liggen. Ook oploopjes die tot internationale conflicten uitgroeien, hebben zijn belangstelling. Hij zei in de NRC tegen Martin Schouten: ‘Ik kom terug met foto's. Dat zijn mijn verhalen’. En: ‘Volgens mij is op het ogenblik een Derde Wereldoorlog aan de gang. Alleen op een heleboel fronten tegelijk’. Volgens Wessing is fotografie niet onmiddellijk het geëigende middel om de nuance tot uitdrukking te brengen. Geloof in ‘het moment’ vindt hij overdreven, maar de fotograaf is wel degelijk op zoek naar een dramatisch hoogtepunt. Van Wessing verschenen fotoboeken over Chili en Nicaragua. Hij werkt nu voor het Rijksmuseum aan een opdracht om ethnische minderheden in Nederland in beeld te brengen.
| |
| |
1, 2 en 3. In september '78 voor de eerste maal in Nicaragua. Je laat je officieel accrediteren, maar sommige gebieden mag je niet in. Je houding tegenover de commandant van het regeringsleger is zeer ambivalent: je slaat hem kameraadschappelijk op de schouder en zegt ‘doe niet zo lullig’. Je zegt: ‘In Managua is mij van officiële zijde verteld, dat hier alles rustig is. Als ik er niet in mag, dan moet ik mijn krant misschien schrijven dat het hier wellicht toch niet zo erg rustig is’. De commandant raakt in de war. Hij laat je door.
Wij reden op de Panama-highway, die je hier op de eerste twee foto's ziet. Langs de weg lag een doodgeschoten man. Wij stoppen. Ik ben niet zo geïnteresseerd in de dood, alswel in het verzet van mensen. De man is die morgen van huis gehaald en vijf kilometer verderop met een dum-dumkogel in zijn knars uit de jeep gegooid. Het was een represaille-maatregel geweest, want hij was geen opstandeling. In zijn hoofd heeft hij een groot rond gat, een dum-dumkogel is gewoon een rotkogel. Door zijn vrienden werd hij in een auto geladen en naar zijn huis gereden.
Wij volgden. Zijn twee dochters braken uit in een uitbundige droefenis, die wij Westeuropeanen niet kennen. De foto is op het randje, doorbreekt een zekere intimiteit en is op het pathetische af. Het is bijna Shireen Strooker, die klassiek toneel speelt, maar die het niet haalt. De foto is bijna onecht. In film kun je naar een dramatisch hoogtepunt toewerken; in de fotografie is dat onmogelijk. Een goede foto ligt dicht bij een slechte.
De familieleden hebben gevraagd of ik door wilde gaan met fotograferen. Een van de meisjes zei: ‘dit is zo verschrikkelijk, dit moet je laten zien’. Het is niet de dood die fascineert, maar de woede, het verdriet. Ik ben aanvankelijk weer uit Nicaragua vertrokken, toen het slecht ging met de Sandinisten. Dat kon ik niet verdragen. En ik ben weer teruggekomen op het moment dat Somoza werd verslagen.
| |
| |
4. Op paarden gezeten, lachen de jongen en het meisje bijna flirterig naar elkaar. De foto is genomen aan de vooravond van de overwinning van de Sandinisten. Het is bijna een propaganda-foto, een moment uit een Western met een goedkope love-story. Het meisje heeft een pistool in de hand. Het was opvallend hoeveel vrouwen aan de strijd deelnamen, terwijl een oorlog bijna een homosexuele bezigheid is van mannen onder elkaar. Zoals in het dagboek van Che Guevara: om de beurt pissen in de radiator van de jeep. Het jongetje dat voorop het paard zit, is een vondeling. Hij was de mascotte van de troep. Het zijn de jongetjes, wier ouders te arm zijn om hen te voeden, die in jeugdbendes over de markt lopen en zich met stelen in het leven houden.
5. Toen ik uit Chili terugkwam zei iedereen: ‘Je bent een oorlogsfotograaf’, maar zo voel ik mij niet. Fotograferen is een cartoon-achtige bezigheid: zwart-wit. De eenvoud der dingen. Niet dat ik in mijn fotograferen een typische moralist ben, per slot hoeven je normen niet zo vreselijk hoog te liggen om Somoza of Pinochet een schurk te vinden.
Deze Chileense foto bestaat uit drie eenvoudige elementen. Aan de ene kant van de straat militairen met de mitrailleurs in de aanslag, terwjil aan de overkant een aantal mensen zijn opgepikt om de leuzen van de Unidad Popular weer weg te kalken. Of die mensen zelf die leuzen erop hebben gekalkt is niet duidelijk, maar zij hebben nu een bezem in de hand gedrukt gekregen om het laatste teken van verzet uit te gummen.
Voor de rest is de straat leeg, met uitzondering van de man in het midden van de foto. Hij is zojuist de dans ontsprongen. Gelukkig kan hij zijn handen in zijn zak houden. Hij loopt bijna op zijn tenen om niet gehoord en gezien te worden. Je kunt hem van angst bijna zachtjes, achteloos horen fluiten. Ik hoor hier niet bij, goedemiddag heren. Zo'n foto is geen kwestie van geluk, het lag voor het grijpen. Zo ziet een fascistische coupe eruit.
| |
| |
6. Drie Ierse nonnen op een landweg. Het is in feite dezelfde weg, die op de andere foto's staat. Ik houd van die diagonale schuine weg; hij symboliseert het op reis gaan. Het is de strakke lijn, waaraan de hond vast zit, die de inhoud en de compositie van de foto bepalen.
Het is een foto, die in de middeleeuwen gemaakt zou kunnen zijn. Alleen de brillen en de paraplu's dateren wellicht uit latere tijden. Deze nonnen moeten zeer zondig zijn geweest, want zij zijn met enorme rozenkransen omhangen - bijna martelwerktuigen. Onder hun gesteven voorschoten, die de boezem moeten wegwerken, hebben zij kleine schaartjes of scheermesjes, waarmee zij - zoals de moderne feministen - de pik afknippen. Oh, wat kijken zij schuldig! Zij liepen op een uiterst verlaten weg. Ik was de eerste voorbijganger, die zij na uren lopen ontmoet moeten hebben.
7. De Herengracht tegenover de ambtswoning van de burgemeester. Deze foto is genomen op de Koninginnedag die destijds was uitgeroepen tot nationale kraakdag. Deze foto heb ik altijd heel symbolisch voor provo gevonden. Over de hoofden van de aanstormende politieagenten werden zakjes speksteenpoeder uitgegooid, waardoor de treden van het portiek heel glad werden. De foto is zeer komisch, omdat het gebruikte geweld in geen enkele proportie staat tot het doel dat moet worden bereikt. Met hun schilden en hun wapenstok, terwijl er niets was om tegen te vechten, behalve een beetje witte poeder. Dat is altijd het wezen van provo geweest: de tegenpartij terwille van niets tot zeer omvangrijke acties verleiden. En een misslag kost een bokser meer kracht, dan een slag die aankomt.
| |
| |
8. Deze foto toont de meer moderne agent, tien jaar na de Revolutie. De laarzen, de petten, het uniform, de tekenen van hun status zijn gebleven. Maar zij stralen iets sulligs uit. Zij weten dat zij tegenover deze zigeuners, die in Diemen een staanplaats zochten, er niet op los mogen slaan, maar echt tevreden met de situatie zijn zij ook niet. Liever zagen zij de zigeuners vertrekken, maar goed, Nederland is een democratisch land, vrij voor iedereen. Zij stralen op de zigeuners ook geen directe vrees uit, maar toch zijn zij te groot, te omvangrijk; het kost bij het kijken naar deze foto geen moeite om partij te trekken.
9. Enige tijd geleden stierf de Molukse leider Tamahela op Belin, het enige landje in de Verenigde Naties dat de Zuid Molukse Republiek erkent. Zijn stoffelijk overschot werd in een loden kist naar Nederland vervoerd. Toen de begrafenisstoet kwam aanrijden, dacht ik: ‘De goden zijn goed gezind, het begint te sneeuwen’. Hier worden het palmenstrand, de zonovergoten blauwe zee, het vleesetende oerwoud met zijn gakkende, kwakende en klepperende vogels begraven in de sneeuw. Hier vinden het kolonialisme, het Knil en de politionele acties hun graf in de sneeuw. Fotograferen is een dom vak van zwart en wit, van witte sneeuw op een zwarte pet.
| |
| |
10, 11. Een dienst voor Islamitische Surinamers, ter ere van het einde van de Ramadan. De bijeenkomst werd gehouden in een sportschool in de Bijlmermeer. Het basketbalnetje geeft de foto een speciaal religieus karakter. Er is iets in de ruimte dat heel hoog hangt, waar je niet bij kunt en waar toch een bal door heen moet. In Nederland is sport een religie, de sportschool de tempel.
De dienst wordt geleid door een mohammedaanse priester, die uit Suriname is overgekomen. In de hoek staat zijn tas, zo'n typische vliegtas die alle maatschappijen hebben, waar gelukkig zeer leesbaar Surinam Airways op staat.
Na afloop van de Ramadan, staat bij de gelovigen de deur open en kan men binnenkomen om een hapje te eten. Hier loopt de priester voorop, in zijn soepjurk door het moderne beton. Het is een foto helder van licht met het uitzicht over een geometrische slaapstad - ontheemd, eerder dan tragisch.
| |
| |
12. Als reactie tegen de studentenopstanden van '68 was op de Champs Elysées een tegendemonstratie georganiseerd door de Gaullisten. Het portret van de ayatollah De Gaulle wordt omhoog gehouden boven het hoofd van Malraux, die toendertijd minister was. In zijn driedelig pak wordt Malraux door zijn aanhangers gepresenteerd. Het aardige van de foto zijn de vingers die het viva-victory-teken vormen. Ook die zijn achter het hoofd van Malraux zichtbaar. In sommige landen betekent dat: je bent cocco, je loopt met horentjes - terwijl je hier staat, ligt je vrouw in bed met een ander. En in werkelijkheid was dat ook de situatie.
13. Een processie van Vlaamse nationalisten ter nagedachtenis van de slag aan de rivier de IJzer. De man kijkt omhoog naar Jezus aan het kruis, of naar de Vlaamse vlag. Zijn gezicht maakt hem tot een Jeroen Bosch-achtige figuur. Vaak staan mensen op foto's met een diffuse oogopslag. Het is moeilijk te bepalen waar zij naar kijken, maar het merkwaardige van deze foto is, dat alle aanwezigen in hun blik rechtlijnig zijn. Daar gaat het heen, daarover is geen discussie mogelijk.
| |
| |
13, 14. Dublin op een grijze vrijdagmiddag, zo stel ik het mij voor. Dublin is een zeer sociale stad, gezellig, waar in de café's gezongen wordt en waar de mannen pijltjes gooien, terwijl hun vrouwen achter hun handtassen biertjes zitten te drinken. Dat is het vooruitzicht, daar wacht je op, op de galerij met je krulspelden in. Beneden loopt een jongetje in zijn eentje blokjes om de gemeenschapshuisjes. De woningen zijn saai, ieder zijn eigen zelfde hokje. Je hoort beneden op straat het klepperen van de voetzolen van het rennende jongetje. Vanavond moet je mooi zijn, want de dag is in ieder geval al verpest.
|
|