| |
| |
| |
Willem Diepraam
Het moment
Foto's met commentaar, genoteerd door Max Pam
Hij zei eens: ‘Fotografie is een fantastisch medium, maar het liegt dat het barst!’ Willem Diepraam is 34 jaar. Wekelijks is zijn werk te vinden in Vrij Nederland. Hij publiceerde drie fotoboeken: ‘Het Nederlands Landschap’, ‘Frimangon’ en ‘The Dutch Caribbean’. Deze twee laatste boeken, waarbij Gerard van Westerloo een aanvullende tekst schreef, hebben Suriname en de Nederlandse Antillen tot onderwerp.
Hij beschouwt de fotografie als een ambacht, waarvan ploeteren en zwoegen vaste bestanddelen zijn. Hij zei: ‘De manier waarop die vijf miljoen amateurs mededelingen doen over hun omgeving en over hun eigen leven op een volstrekt individuele manier, hoe klunzig dan ook, is exact gelijk aan wat ik bijvoorbeeld doe. En aan wat een hele hoop andere beroepsfotografen doen’. Fotografie is voor Willem Diepraam echter nauwelijks een kwestie van toeval. ‘Dat ene moment, waarin veel fotografen geloven, is niet meer dan een legende’.
1. Dit is één van mijn allereerste foto's, ingestuurd voor de schoolprijs van de gemeente Velsen, die ik dan ook gewonnen heb. Op de foto zien wij een paal op het strand van IJmuiden. Deze foto herinnert mij eraan dat fotograferen een ambachtelijke aangelegenheid is. De vader van mijn toenmalige vriendin stuurde zijn vrouw, zijn dochter en de andere kinderen naar bed en dan leerde hij mij in de stilte van het huis hoe je moest afdrukken. Dat geploeter en gezwoeg daar in de donkere badkamer is in wezen hetzelfde gestuntel dat mij nog steeds achtervolgt. Hoe afhankelijk je van de techniek bent, word je meer bewust als een camera het begeeft. De camera's van tegenwoordig, dat is over het algemeen troep en toen ik dan ook een paar jaar geleden naar Suriname ging, begaf een van mijn camera's het door de hitte, het vocht, de waterspatten op de rivier. Er is niemand in Suriname die zo'n toestel kan repareren en de tweede camera die je meegenomen hebt, vertrouw je ook al niet meer. Dan komt het gevoel en de houding van vroeger weer terug: ik moet de box, met de zon in de rug, stevig tegen de borst gedrukt, vasthouden, vervolgens inademen en dan indrukken.
Deze foto is een voorbeeld van de stereotiepe vijftiger-jaren-romantiek die je nog steeds in de fotobladen tegenkomt. Het is een foto die nergens over gaat. Later heb ik lange tijd niet meer kunnen fotograferen zonder een soort van schuldgevoel. Een foto moest een onderwerp hebben, een inhoud en politieke ideologie. Pas de laatste jaren heb ik mij van dit dwingend voorschrift kunnen bevrijden. Ik kan weer een foto maken als deze, maar dan zonder de oubolligheid die deze strandfoto uitstraalt.
| |
| |
2. Deze foto heb ik genomen in de tijd toen ik pas studeerde. Het leven was somber en saai, het existentialisme. In een armoedig hotelkamertje in Griekenland zit Catarina, een derderangs actrice aan een tafel. Vanaf mijn puberteit heb ik een grote fascinatie voor het dellentype gehad. Van mijn eerste ervaringen met vriendinnen wist ik dat de kwaliteit van een erotische ervaring niet noodzakelijkerwijs verband houdt met de schoonheid van iemands uiterlijk. Mooie mensen kunnen bijzonder onaantrekkelijk blijken te zijn en omgekeerd. Deze vrouw was zo tragisch lelijk, zo walgelijk, maar zij was ook heel aardig. Het lichamelijk verval van haar lichaam geeft haar iets grotesks. Zij poseert, waarmee zij aangeeft dat zij van zichzelf denkt dat zij de moeite waard is om gefotografeerd te worden. Zo kwam ik met een vreemd verschijnsel in aanraking: mijn motief om haar te fotograferen en het hare om gefotografeerd te worden, kwamen absoluut niet met elkaar overeen.
3. Deze mannen zitten in het schaftlokaal van de Hoogovens. Dat was in 1972, er was een staking aan de gang, een zeer gerechtvaardigde staking. Ik ken de situatie op de Hoogovens zeer goed, want in mijn studententijd heb ik daar als bijbaantje veel weekenddiensten gedaan. Ik liep daar rond met de houding van iemand die weet dat hij daar niet zal blijven, dat hij binnen afzienbare tijd toch weer zal vertrekken. Als je hier dertig jaar van je leven verder opgesloten moet zitten, als je hier tot je pensioenering je geld bijeen moet schrapen, dan ziet het er droevig uit - dat is wat deze foto uitdrukt. Deze foto is gemaakt met de typische houding van de fotograaf: hij begeeft zich enerzijds in de problemen en emoties van anderen, maar hij neemt anderzijds ook afstand daarvan.
De foto is gepubliceerd in allerlei soorten bladen, van vakbondstijdschriften tot Vrij Nederland. Hij behoorde tot een serie foto's. Er zijn foto's die een direct nut hebben. De meeste daarvan verliezen na verloop van tijd hun zeggingskracht, maar er zijn ook foto's onder die een bepaalde meerwaarde hebben en blijven staan. Het herkennen van de kwaliteit van foto's, dat is slechts voorbehouden aan de leden van een klein geheimgenootschap. Dat is walgelijk, maar helaas is dat in de kunst het geval. Kunst is in laatste instantie elitair, maar dat ondergraaft niet mijn opvatting dat de kunst voor de bevolking toegankelijk moet zijn.
| |
| |
4. Deze foto van de anti-abortusdemonstratie in Den Haag beschouw ik als een van de allermooiste foto's die ik ooit heb gemaakt. Hij geeft mij het hopeloze gevoel dat er ook anders denkenden zijn, wier ideeën je de huivering over de rug jagen. De foto is opgebouwd uit twee negatieven, een methode die ik vroeger vaker gebruikte dan tegenwoordig. Ik heb de lucht met die vogeltjes erin gedrukt. Met deze zwaar symbolische manier van werken wilde ik de inhoud van de foto zo sterk aan de kijker opdringen, dat er geen ontkomen meer aan was. Een dwang, desnoods voor één keer, want vaak drukte ik de foto de volgende keer weer anders af. Per slot zien de lezers van de krant zo'n foto maar heel even en dan nam ik het gebruik van opzichtige effecten op de koop toe, als maar naar de foto's werd gekeken op een manier, die mij voor ogen stond. Veel van mijn foto's waarin ik dit procédé heb gebruikt zijn de volgende dag door de mand gevallen, maar deze is overeind gebleven.
Natuurlijk is het vermengen van negatieven geoorloofd, als je eenmaal hebt aangenomen dat fotografie nooit de werkelijkheid weergeeft, maar slechts datgene dat op een gegeven moment voor iemand de werkelijkheid het dichtst benadert. Maar steeds meer dan vroeger raak ik ervan overtuigd dat het bijzonder lastig, misschien zelfs onmogelijk is om aan de hand van foto's een bepaald standpunt te bewijzen.
5. Eigenlijk is deze foto niet zo goed, maar ik houd er juist erg veel van. Er is niets dat deze foto bijzonder maakt, behalve mijn eigen projectie. Een jongen en een meisje, in een poffertjeskraam op de kermis gefotografeerd. Je zou deze foto heel goed voor een psychologische test kunnen gebruiken. Waar denkt die jongen aan? Voor mij spreekt uit deze foto de ongelijke bedoelingen en verwachtingen die mensen in een verhouding vaak hebben. Maar ach, dat is onzin natuurlijk. Misschien slaan ze elkaar thuis bont en blauw, maar misschien zijn ze juist op een hele vreemde manier gelukkig.
| |
| |
6. In '74 verzeilde ik per toeval in Parijs op een kappersconcours. Op het podium stonden acht kappers op een rij dames te kortwieken en hun middeltjes aan te smeren. Die meisjes lieten af en toe even zien hoe het geworden was. Deze vrouw is het perfecte fotomodel: die geile kleren, dat opengesperde mondje dat bereidwilligheid moet uitdrukken. Als dat soort vrouwen een fotograaf zien, dan vertonen zij een automatische reflex. ‘Je weet maar nooit’, zie je ze denken en ogenblikkelijk nemen zij een pose aan. Door mijn opvoeding heb ik een liefde-haat relatie met dat soort vrouwen. Ik zou ze nooit in mijn omgeving kunnen dulden, ik zou bevangen worden door een gevoel van minachting, maar aan de andere kant is het heel prettig om met ze te coquetteren. Het heeft trouwens nog heel lang geduurd, voordat ik met zoiets naar bed kon.
7. Peggy. Een fantastisch mens dat moeilijk leven kon. Voordat ik naar Suriname ging, vroeg zij mij of ik foto's van haar wilde maken, omdat zij als model wilde gaan werken. Ik had zo'n haast, dat ik de foto's pas veel later heb afgedrukt. Zij heeft een schitterend lijf. Haar gesloten ogen zijn heel rustig en eigenlijk al niet meer van deze wereld. Het was verschrikkelijk koud, toen ik deze foto maakte, het regende en zij stond in het midden van februari in dat bloesje. Toen wij in Suriname waren, logeerde zij in ons huis. Daar heeft zij zelfmoord gepleegd. In mijn bed.
| |
| |
8, 9. Joost den Draaijer. Een letterlijke poging om twee uitdrukkingen van iemands gezicht te iaten zien. Het ene min of meer neutraal, het andere met dat opzichtig grollerige erin, met die zogenaamd clowneske manier waarop hij zijn lach opdringt.
Het is een heel gruwelijke lach, waarmee hij de hele tijd te koop loopt, terwijl hij tevens een vrij bewuste, berekenende man is, die afstand kan nemen. Ik vind dat je mensen tegen zich zelf moet beschermen, omdat zij over het algemeen weinig controle over hun gezicht hebben, maar hij heeft mij dit portret bewust aangeboden. ‘Wil je er echt zo op?’ vroeg ik steeds. ‘Ja’, antwoordde hij, ‘zo is het prima’.
| |
| |
10. Mijn dochter Caroline toen zij haar tweede zwemdiploma haalde. Het is een zeer gebalanceerde, evenwichtige foto, waarvan het bijna lijkt of hij met een grootbeeldcamera is genomen. Hoewel zij helemaal niet in het midden staat, is het beeld volkomen in rust. Het is een foto van een ouderwetse kwaliteit, gemaakt door een ouderwetse portretfotograaf, zo lijkt het. Maar de foto is in werkelijkheid op een heel andere manier tot stand gekomen. In zo'n vies kleedkamertje zei ik ‘kijk even’ en - klik - dat was de foto. Het is geen toeval als je iets goeds maakt. Het is toeval als je je camera in je hand hebt en er valt juist iemand uit het raam of erexplodeert een vliegtuig boven je hoofd. Dan heb je geluk, maar dat reken ik niet. Die factor toeval bestaat voor mij niet. In bijna elke situatie kun je een goede foto maken. Fotograferen is een schetsmatige bezigheid, waarbij je een groot aantal negatieven maakt. Het heilige geloof in het moment suprême is onzin, bijgeloof. Door je manier van werken Je voorkennis, je vakkennis, je routine, je geconcentreerdheid creëer je een situatie, waarbinnen zo'n moment van de uiteindelijke foto kan plaats vinden.
11. Een foto die nergens bijhoort en nergens over gaat, maar waarvan ik op de een of andere stomme manier ontzettend houd. Ik kan er constant naar blijven kijken. Hij drukt ook niets uit, helemaal niets. Licht en lijnenspel, meer niet. Ik heb hem gemaakt vanuit mijn hotelkamer op Bonaire. Deze foto is in staat de vertegenwoordigers van het sociaal-realisme binnen drie seconden in een boom te jagen. Hij is ook niet in het boek over Suriname terecht gekomen, omdat de man die de layout verzorgde bij deze foto de portefeuillekwestie heeft gesteld: die foto eruit, of ik eruit. Ik vind het een hele mooie foto, maar voor de meeste mensen is het flauwekul. Als je hevige sociale documentaires maakt, dan word je daar op vastgepind, dan wordt het je kwalijk genomen als je iets anders doet. Dat is soms zeer drukkend en dan denk je: ik neem de meest hoerige reclameopdracht aan om dat beeld kapot te maken.
| |
| |
12. Een curieus portret van iemand wiens neus er maar voor een deel opstaat, maar prima. Wat is een portret? Er is een traditie van portretfotografie en mensen hebben bovendien stereotiepe kijkgewoonten ontwikkeld. Maar wat laat je van iemand zien? Er zijn vijftienduizend verschillende delen in iemands gezicht, er zijn op zijn minst vijftienduizend verschillende gezichtsuitdrukkingen. Waarom zou je zijn neus erop zetten. Anders fotografeer je hem van voren en dan staat zijn oorlel er weer niet op. Geeft dat puntje van zijn neus meer informatie over hoe die man is? Het argument is altijd: als je er iets afhaalt, draag je minder over. Dan wordt een portret niet meer herkenbaar. Dat is een redenering als een kauwgumsliert. Als je bezig bent een portret van iemand te maken, sta je een half uur lang op een grachtenhoek met je camera aan iemands gezicht te likken. Er wordt dan van een foto verwacht dat je het karakter van de gefotografeerde eruit kan halen. Dat is een van de onbegrepen machinaties van de journalistiek. Alle verstandige mensen zullen beamen dat het onzin is om van een foto te verwachten dat hij de gefotografeerde in heel zijn wezen afbeeldt, maar in de pers wordt voortdurend die suggestie gewekt.
13. Een van mijn briljantste foto's, gemaakt in een oude koeienstal. Een onbegrijpelijk mooie foto, als je bedenkt dat het alleen om een paar onbenullige koeien gaat. Voor mij was het de ontdekking dat koeien prachtige geile, geloken ogen hebben als je ze transponeert in een menselijk gezicht. Ik heb tientallen koeienogen gefotografeerd en dan begrijp je waarom de Trojaanse oorlog is uitgebroken om ‘de koeogige Helena’.
| |
| |
14. Als je met de zon in de rug fotografeert, zie je dikwijls je eigen schaduw verschijnen en dat is dikwijls heel irritant. Maar soms kun je je eigen schaduw als stijl en compositie-element gebruiken. Deze foto is gemaakt voor een landschapsboek, een leuke opdracht omdat de foto's over niets meer hadden te zeggen dan over de aard van het landschap: in dit geval vette Groningse klei. Eind 76 heb ik de foto genomen, enkele maanden voor het vliegtuigongeluk in Tenerife. Toen later deze foto de voorplaat werd van een kleurkatern van VN, gebeurde er iets fascinerends. Het was opvallend hoeveel mensen, waaronder ook mensen die mij beter zouden moeten kennen en weten dat ik een dergelijk soort zwangere christelijke symboliek niet gebruik, in deze foto met de schaduw als een kruis een verwijzing hebben gezien naar wat mijzelf in deze wereld was overkomen. Mer andere woorden: de mogelijkheden van interpretatie kun je niet controleren. Terwijl ik vroeger de interpretatie van de kijker heel sterk wilde beïnvloeden en bepalen, zie ik nu heel goed de beperkingen van dat streven in.
15. Ik denk dat ik deze foto misschien maar aan vijf mensen in Nederland kan slijten. Het is zo miniem wat er op staat, dat ik het niemand kwalijk kan nemen, die zegt: een steigertje met wat schuim, nou ja. Maar voor mij is deze foto een negentiende-eeuws landschap. Voor zover de foto een inhoud heeft is die dezelfde als die van de eerste foto in deze serie, het strand bij IJmuiden, maar nu zonder sentimentaliteit en oubolligheid.
|
|