De Revisor. Jaargang 6(1979)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] H.H. ter Balkt Moerassen De deur die niet opengaat Verdriet dat niet overgaat Liefde die ten onder gaat, dat is het moeras De regen, neerhamerend als eindeloze klokslagen en de bierkringen op tafel dat zijn de moerassen Geknikte tongen van leugens en mikrofoons van 't wollegras daar dichtbij is 't moeras, daar liggen de moerassen Zij die hersenspoelen onder te grote lichten en zij die poses aannemen die zijn de moerassen Altijddurend zuchten Kwade uitspansels van lood Dadenloze moede dagen, dat zijn de moerassen Het toeval zijn wij zelf en onze huizen zijn toevallig maar een zang nooit gezongen is 't moeras Noodlottigheden, om ons heen 't Onuitgesprokene dat schrijnt, zwakke lichten op een wijd plein die zijn het moeras [pagina 45] [p. 45] Gekke oude paarden weg Naar het stadje Visotter reden wij hardlachend en scheef als een wiel over de Gekke Paarden Weg Iedereen rond, de maan rood en dronken en wij bovenop de Gekke Oude Paarden Weg lachend voorwaarts naar Otter Langs Vallende Oude Paarden Weg geurde zoet de rogge, de boerendeuren waren rood en blauwe schiettenten Hoog boven ons aan hun zweefmolen zwaaiden de haver- en klavervelden, de weiden rinkelend met papavers Dat was nog eens een maan, ons bijlichtend met zijn rietstengel! 't Trottoir kwispelstaartte voor ons en de deur ving ons op, gekomen over de Vallende Oude Paarden Weg, onder Hoefijzers Gelukkig Gesternte Zomaar een avond met gerinkel van papavers en emmers onderin het donker, oplichtende putdeksels en hondegeblaf; vallende wegwijzers waren wij onder de konstellaties van de Gekke Oude Paarden Weg Otter slaapwandelde om ons heen op behoedzame vossepoten, stappend met landkaarten onderop hazevoeten, met zevenslapers op de uitkijk en kriebelpootjes van egels; met flessen expres heel vol voor ons gemaakt Zó goot de Gekke Paarden Weg ons, spijkers uit de muur gevallen!, gevallen uit de bek van de Vallende Paarden Weg, uit de heuvels onder de lampen Wij zouden nooit meer teruggaan in de gekke paardebek van de nacht Maan schonk de watertorens bij, glazen vol weerlicht in de coupé's van ‘Het Perron’ in Otter; de maan scheen zilverig door de ruitjes als op sneeuwkaarten met Gelukkig Nieuwjaar Maan leidde ons over de heuvels terug Vorige Volgende