De Revisor. Jaargang 6(1979)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Willem Jan Otten Geen proza Ik zoek het hier, in af- gemeten regels, pegels tekst ter grootte van een oogopslag. Aan proza is geen houden, het dijt terwijl ik schrijf naar alle kanten uit, begin is nooit begin, geen eerste zin of hij schreeuwt om een eerste zin. Zo schuift mijn denken denken van zich af, een horizon, een kring rondom, en altijd sta ik middenin. Dus sta ik stil en maak me klein, een vuist met niets dan wat hij balt erin. Geesteskind De gedachte aan toekomstig zien verschafte macht. Ik ensceneerde een herinnering, en verfde het plafond: het eerste blauw dat het bekijken zou. Ik hoorde 's nachts de reigers en bedacht: dit zal het horen, reigers, 's nachts. Verwachting maakte allès twee, ik keek met iemand mee, kleinzoon, met zijn oma in een tuin, die met het denkbeeld speelt: dit is misschien het laatste, deze merel zien, en deze tuin. Als een acteur zichzelf, bedacht ik het met steeds maar nieuwe namen; het bestond als iets wat het niet was. Het laat niets na dat niet gemaakt is naar mijn evenbeeld. Wat mis ik dan? Wat geeft verdriet als het naar niemand wijzen kan? Vorige Volgende