De Revisor. Jaargang 4(1977)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Habakuk II de Balker IJzel en de brem In de hoekjes van de ogen huilt het Zienderogen wordt de winter een keel Het is de keel van de winter die krast De brem op de akkerrand is bevroren De brem op de akkerrand was geelzwart Winter hurkte als een kraai op het dak Zwart en wit, en kraste uitzinnig Toen ijzel op de straatweg tokkelde IJzel tokkelde op de straatwegen De gele brem strakgespannen, een harp! Takken hingen zwaarder van de ijzel Tinkelend inde benige oostenwind... In de dunvingerige oostenwind tinkelend! Zulke ijle muziek klinkt op uit de tuinen Brem op je akkerrand: zwart toen dooi kwam In de hoekjes van de ogen huilt het. Hond regenboog Hond Regenboog is heel goed en kijkt naar de blauwe heuvels. De blauwe hellingen zijn rustig. Onder in het bos woont Oidipoes die soms naar de put vliegt. Hond Regenboog wordt gauw moe maar droeg eenmaal een oude vos die waanzinnig traag geworden was uit het bos met de vijf spechten en bleef nog maandenlang trots. Op haar witte poten schommelt zij bruin en zwart, als een boodschapster naar het roggeveld om het te groeten. In haar ogen, een beetje rood van ouderdom, gaat het vossebos onder. Oidipoes is de geest met de hoed, Hond Regenboog is de goede hond die het erf bewaakt tegen libellen, met vrolijk zwaaiende staart en tong. Hond Regenboog leefde acht jaren. Zo zachtjes betraand is de wereld en Hond Regenboog weet dat, kreunt soms een beetje of blaft wat alsof ze andere vossen verwacht, traag van gang, maar die niet komen. Roggeveld verduistert en rust. Sluimering gaat om in de heuvels. Een groot hart heeft Hond Regenboog, hart zo groot als de blauwe hoeve en rood hart van nacht en avond. Eén zonsopgang vond hen samen, Hond Regenboog en de goede kat Konrad, Geest Oidipoes roerend in het putwater, drie personages in jassen gewikkeld opt putdeksel, kijkend naar de heuvels. Vorige Volgende