De Revisor. Jaargang 4(1977)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Duco van Weerlee Non van onkuisheid (naar een schilderij van Quinten Matseys) Zij heeft, nog naakt, het haar een eeuwigheid Gekamd met lange, ernstige gebaren Totdat een jak van purper als het ware Haar glimlach vast omsloot in zedigheid. De pap dampt in een geur van heiligheid Het jochie, vlezig bootje op de baren Zit entoesiast naar sterretjes te graaien Op haar gelaat dat glimt van godsdienstvlijt. De schilder vindt haar mooi, zij heet Katrijn En zie, met biddende penseel streelt hij Haar voorhoofd en haar mond, schenkt haar een kind Vol rose pret. Met Gods hulp kan het zijn Dat Kunst de stof bedwingt. Katrijn zelf vindt Hem Jozef, zij Maria met het kind. Vorige Volgende