De serie Synthese (een analyse)
De Wetenschappelijke Uitgeverij heeft een serie opgezet van boekjes die elk een meesterwerk uit de Nederlandse letterkunde behandelen. De opzet is steeds min of meer gelijk: naast thema's, verteltechniek, personages e.d. wordt er het een en ander gezegd over de ontvangst van het werk.
Nu moet men zich eerst afvragen welke boeken voor een dergelijke voorkeursbehandeling in aanmerking komen. Twee groepen, dacht ik: (1) boeken die ten onrechte onbekend zijn, gekke boeken, zoals de romans die in Vrij Nederland onder het hoofd ‘Vergeten boeken’ werden voorgesteld. De Nederlandse literatuur is niet rijk aan meesterwerken, maar er zijn gelukkig heel wat van die curieuze werkjes gepubliceerd (ik denk aan: de romans van Huet, de boeken van Coenen, Jacob Israël de Haan, de in zijn tijd beroemde emancipatieroman Hilda van Suylenburg, de romans uit de tijd van de Nieuwe Zakelijkheid, enz.).
(2) boeken die een analyse lonen omdat ze zo ingewikkeld in elkaar zitten dat ze de lezer na eerste lezing verbijsterd achterlaten (De verwondering van Claus, Het stenen bruidsbed, de productie van Polet, Michiels enz.).
Tot de laatste categorie hoort ook De donkere kamer van Damokles, een roman waarvan al verschillende rivaliserende interpretaties bestaan. F.A. Janssen schreef het Synthese-deeltje over dit boek, en hij deed dat voortreffelijk. Janssen, met zijn bibliografische nauwgezetheid en maniakale gefixeerdheid op éen auteur, is de ideale schrijver over Hermans: wat Prick is voor Van Deyssel, is Janssen nu al voor een nog levende Hermans.
Eén principieel punt is door de redactie over het hoofd gezien: het heeft alleen zin een al bekend boek te analyseren als daarmee de kans bestaat dat iets nieuws wordt onthuld. Is dat niet het geval, dan krijgt zo'n analyse iets overbodigs, en, door de strakke opzet van de Synthese-deeltjes, iets plichtmatigs. Navertellen in eigen woorden, met zo nu en dan een amateurpsychologische dieptebom.
De keuze van de redacteuren is, afgezien van Janssen over Hermans, allerongelukkigst geweest. Wat valt er te analyseren aan Terug naar Oegstgeest van Wolkers? Veel wit en navertellen (citeren) is het resultaat. Aan de vroege verhalen van Wolkers zou heel wat te kluiven zijn geweest; maar in Terug naar Oegstgeest is de auteur al ver op de weg van implicietheid, via duidelijkheid, naar de zelfoverschreeuwing van zijn latere werk.
Derde keus: De avonden. Strak van tijdsopbouw, beperking tot één perspectief, doorzichtig van thematiek door de vele herhalingen: wat valt er aan dit boek te verhapstukken? Het leuke dat óver het boek in de kritiek geschreven is, werd al verzameld door Beekman & Meijer in Kort Revier. Het enige wat tot interpreteren uitdaagt in de roman, de dromen, is al door iemand anders geduid. Resultaat dus: veel vanzelfsprekendheid plus de nodige psychologie van de kou we grond.
Vierde boekje - ik denk dat ten burele van de Wetenschappelijke Uitgeverij een dergelijke conversatie heeft plaats gehad tussen de Synthese-redacteuren:
A: We moeten toch ook een boek hebben van die net dood is, je weet wel, hoe heet hij ook alweer, die veelschrijver...
B: Ik weet wie je bedoelt, maar ik kan er ook niet opkomen - die uit Doorn bedoel je, die niet van kinderen hield?
A: Precies. Maar de vraag is: welk boek? Die man heeft er zo godsonmogelijk veel geschreven en, entre nous, ik voor mij persoonlijk vind het meeste net zo verteerbaar als oud roggebrood.
B: De - hoe heet het, De geheime tuin, dat schijnt zijn meest ont-roe-ren-de boek te wezen.
A: Dan nemen we dat toch. Maar eh - wie krijgen we zo gek dat hij daar 75 bladzijden over vol lult?
B: Ze hebben toch zo'n krantje, de Wereldkroniek of zo, als we daar eens wat in gingen bladeren. Altijd prijs.
A: Mijn idee!
Kijk, heren, dat is niet de manier waarop je interessante boekjes maakt. Het idee van de serie is niet zo gek. Maar de keuze is te weinig doordacht. Niet: dat is een bekend boek, daar moet maar eens iets over geschreven worden; maar: dat boek is ten onrechte vergeten, of: dat boek is altijd verkeerd geïnterpreteerd. Analyse is alleen zinvol als er iets door verhelderd wordt, niet als wordt bevestigd wat we allemaal al na eerste lezing weten.
Ton Anbeek
De Synthese-redaktie in beraad.