Hamsun: verramschen
Is het mogelijk het verzameld werd van Knut Hamsun te bespreken zonder het te lezen? Natuurlijk: het is voldoende de reclamecampagne van De Arbeiderspers bij te houden. U weet wel, de uitgever niet alleen van alle neo-literatuur maar ook van oude romantici als tijdgenoten avant la lettre. Hesse is zo langzamerhand wel uitgemolken, maar er is nu een opvolger gevonden - weer een schrijver die langs de bekende Amerikaanse omweg tot ons komt. Dat gaat ongeveer zo: een auteur die de Amerikaanse droom belichaamt (hoe een getalenteerde sloeber tenslotte geen loser blijft), liefst uit het cultureel gedistingeerde avondland - met die specifieke Europese flavor - wordt door het historieloze Amerika in triomf binnengehaald: hardbacks, paperbacks. Tegen de tijd dat de Amerikaanse pockets ook hier binnendruppen is het tijd voor een continentale campagne: nu is de auteur immers ook nog voorzien van die specifieke Amerikaanse flavor. Ik behoor tot de kring van grote vereerders. Ik heb eigenlijk altijd weloverwogen geprobeerd hem te imiteren, aldus een citaat op de flap van Henry Miller, die de laatste jaren de kost wel lijkt te verdienen met het doen van aanbevelingen.
In de allereerste exemplaren van Pan en Honger die van de persen rolden staat resp:
eerste druk, maart 1976
tweede druk, april 1976 en
eerste druk, maart 1976
tweede druk, juli 1976.
Zijn dat voorspellingen? Moet de lezer al direkt het gevoel krijgen dat hij achter loopt? Is de eerste druk misschien gewoon overgeslagen - hoe zit dat?
Maar dat is toch niet eerlijk ten opzichte van wijlen de schrijver om alleen zijn uitgevers te bespreken!
Vooruit dan. In Honger (geruchtmakend debuut 1890) is er sprake van een ik-persoon die het niet voor de wind gaat. Hij daast, raaskaalt, heeft honger en artistieke aspiraties. Over zichzelf heeft deze het als deze ellendige zak vol maden, mijn zogeheten aardse lichaam. Vaak schieten de hoofdpersoon tranen in de ogen. De woorden ‘opeens’ en ‘meteen’ komen nogal eens voor. De lezer weet überhaupt niet wat honger is, maar krijgt die al lezend ook niet. Evenmin schieten hem tranen in de ogen. Na enkele bladzijden ‘opeens’ en ‘meteen’ denkt hij (de lezer): wanneer verandert er nou eens iets in dit boek - wanneer begint het? Maar zo gaat het door: snelle wisselingen in gemoedsstemming, alsmaar krachtige taal. De ik gaat gedurig naar de lommerd, loopt dagen zonder eten, wordt uit zijn kosthuis gezet, schrijft af en toe iets voor een krant (hijgend en wel). Daar gaat het over en zo blijft het, 246 bladzijden lang. Een boek dat men razendsnel kan lezen zonder zichzelf of het boek enig onrecht te doen. Een boek als een gemoedsuitstorting, dat vraagt om een bespreking als een gemoedsuitstorting. Maar het allervreemdste is dat deze treurigheid van versleten kleren en hongeroedeem opgeschreven is in een taal die verzonnen lijkt door een corpsstudent anno 1976 die zich voorstelt hoe een armoedzaaier leeft: versleten, bol. Het boek lijkt zelfs niet authentiek! Man kan het geheel en al onberoerd doorlezen. Borgart, Miller, Giono, allemaal beter, zij het ook niet goed.
Een paar bevlogen passages doen als een schaduw denken aan Dostojevski: het ijlen en hett doelloos rondlopen van Raskolnikov - maar waar er bij Dostojevski direkt een spanning wordt opgeroepen die ergens heen leidt (morele en metafysische problemen in zijn geval), trekt Hamsun aan één stuk door hetzelfde beperkte register open van de persoonlijke ontboezeming. Wat een saai boek, en wat structuurloos, slechts ogenschijnlijk verdeeld in drie delen die elk eindigen met een klein formaat wonder of apotheose: einde hongerperiode door plaatsing stukje in krant - einde boek door afvaart hoofdpersoon naar Amerika, ongetwijfeld op weg naar nieuwe honger. Hamsun weet op de een of andere manier te voorkomen dat de interesse of het mededogen van de lezer ooit gewekt worden. Waarschijnlijk doordat hij zich al meer dan voldoende voor zichzelf interesseert.
Ik denk dat Pan ook zo'n boek is.
Genoeg over Hamsun. De vraag is: waarom Hamsun? Met opzet heb ik nagelaten Hamsun historisch enig recht te doen. En wel omdat Hamsun gepresenteerd wordt als eigentijdse wederom opgestane literaire gigant (idioom van De Arbeiderspers). Dat wordt als volgt toegelicht: Nieuwe vertalingen over de gehele wereld (...) Recente films, tv-series en toneelstukken naar zijn verhalen en romans (...).... evenals Hermann Hesse (zal hij) De Schrijver Van De Jeugd (...) worden.