nier waarop men zich in de vertaalde taal pleegt uit te drukken. Zij vinden het sfeervol Russen over werst te laten praten. Omrekening en overzetting in kilometers is voor hen heiligschennis: een Rus dacht niet in kilometers. Nee, hij dacht ueberhaupt niet in het Nederlands en toch wordt het aantal werst wel in het Nederlands vertaald. Leidt deze redenering ertoe dat postkoets vertaald wordt met autobus? Neen, daarmee zou de betekenis veranderen. Evangelievertaler Straat gebruikt geen u maar alleen je en jij, omdat in het Grieks altijd het woordje su werd gebruikt. Hij wil ons daarmee helpen ons voor te stellen hoe men indertijd tegenover elkaar stond. Leuk, maar daarmee wordt van een tekst wel een folkloristische gids gemaakt. En dat met averechtse werking: je leest als vreemd wat natuurlijk was. Zo moet ook het ik en jij van de klassieke Griek met jij en ik vertaald worden, hoeveel fraaie gedachten ook aan de Griekse volgorde zijn vast te knopen. Een vertaler moet zich alleen afvragen of de schrijver zich op een bijzondere manier heeft willen uitdrukken. Is dat niet het geval, dan moet hij de lezer van zijn vertaling niet suggereren dat wel een bepaald effect wordt nagejaagd. Als Straat en medestanders konsekwent waren, zouden zij elk idioom letterlijk moeten weergeven, als een zaak van feit.
Tegenwerping twee. Als een plattelander een boek leest vol stads slang, moet hij zelfstandig naspeuringen verrichten om zich allerlei termen eigen te maken. Waarom dan verschil maken en de lezer van een vertaling wel de helpende hand bieden? Zijn daar niet de beschrijvingen van Land, Volk & Cultuur waarin hij over de eigenaardigheden van het ‘vertaalde volk’ wordt voorgelicht? Wat heeft de vertaler ermee te maken dat het begrip kaarden in 400 voor Christus iets (anders) opriep omdat iedereen die handeling toen dagelijks voor zich kon zien? Het verschil wordt niet gemaakt, het is er: er komt een vertaler bij, - met de taak te zorgen dat de encyclopedie alleen ter hand wordt genomen door een aantal mensen verhoudingsgewijs even groot als het aantal dat bij lezing van de oorspronkelijke tekst dat nodig vond.
Soms moet een vertaler dus ingrijpen. Maar hoe? Stel dat de volgende woorden uit het Engels zijn vertaald: Links inhalen is een overtreding. Ik onderscheid dan twee gevallen. Ze maken deel uit van een tekst die volledig aan Engeland is gebonden en vanaf de eerste bladzijde duidelijk maakt dat hij op Engelse toestanden betrekking heeft. Of ze staan in een (bijvoorbeeld) antropologische tekst: Voor deze stam is het snellen van een kop vergelijkbaar met links inhalen.
In het eerste geval hoeft de gemiddelde lezer er niet op gewezen te worden dat de woorden links inhalen voor een Nederlander wel dezelfde betekenis maar niet dezelfde waarde hebben als de vertaalde Engelse woorden voor een Engelsman. De tekst zal hem er voldoende aan herinneren dat Engelsen in Engeland gewoonlijk aan de linkerkant van de weg vooruitrijden. Maar in het tweede geval kan het wel nodig zijn. Er zijn dan drie mogelijkheden. Er kan worden vertaald:
(a) links inhalen 1 (1: de schrijver is een Engelsman)
(b) rechts inhalen (aanpassende vertaling)
(c) verkeerd inhalen (neutraliserende vertaling)
Mogelijkheid (a) verdient natuurlijk de voorkeur. De tekst wordt geen geweld aangedaan, de lezer niet als onmondig behandeld. Mogelijkheid (b) lijkt onjuist en zal negatief effect hebben voor lezers die zich bewust zijn dat de oorspronkelijke tekst afkomstig was van een Engelsman. Zijn er omstandigheden waaronder van mogelijkheid (c) gebruik moet worden gemaakt? Ja, als (a) tekortschiet. En daarop is meer kans naarmate de culturele kloof tussen de betreffende taalgebieden groter is. Zo begint ineen vertaling met noten (mogelijkheid a) de Politeia van Plato: ‘Gisteren was ik samen met Glaukon, de zoon 1 van Ariston, naar de Piraeus2 gegaan om er tot de3 godin4 te bidden5... Elke noot brengt winst en verlies. Duidelijkheid wordt gewonnen, ritme gaat verloren. Een tekst kan maar een bepaalde hoeveelheid noten verdragen. Hoe zal de lezer reageren die op éénderde van de Politeia gekomen, stuit op gebruind1245 en bij de opgeslagen noot numero 1245 vindt: gebruind heeft hier de waarde van witjes; u moet hierin niet lezen gebruindheid als teken van welvaart & wintersport maar een aanduiding van armoede, zoals met ons woord witjes van een kind gesuggereerd kan worden dat z'n ouders het geld missen om naar de zon te vliegen.
Een zo met noten doorspekte tekst heeft slechts antikwarische waarde. Als mededeling van de schrijver heeft hij afgedaan. Hij wordt niet gelezen maar geraadpleegd. Voor zulke teksten bestaat niet één ideale vertaling, maar twee gebrekkige. Een vertaler moet kiezen tussen eenhistorische vertaling waarin de letter voorop wordt gesteld en een literaire waarin een poging wordt gedaan stijl en temperament weer te geven. In het laatste geval vertaalt hij niet alleen de woorden van de tekst maar hun waarde (dat wil zeggen de hele culturele context) erbij. Daarbij past hij niet de tekst bij de Nederlandse situatie aan (mogelijkheid b) maar neutraliseert hij de problemen. Gebruind wordt dan vertaald met arm. Het nadeel van verschraling van de tekst moet daarbij steeds worden afgewogen tegen het voordeel van behoud van ritme.
Ik geef twee voorbeelden. Eén van wat ik interne waarde noemde:
Politeia 344 c
Vertaling van de Win, 1962-65: ‘Zo is dan, Socrates, de onrechtvaardigheid, indien ze slechts op voldoende schaal wordt beoefend, sterker en voornamer en deftiger dan de rechtvaardigheid.’
Mijn vertaling, 1975: ‘Nee, Socrates, een immoreel leven geeft een mens meer mogelijkheden, meer vrijheid en meer macht, - als die immoraliteit maar ver genoeg wordt doorgevoerd.’
En één van externe waarde:
Politeia 365 d
De Win: ‘Immers, om niet ontdekt te worden zullen we samenzweringen en kliekjes oprichten; en verder bestaan er ook professoren in de overredingskunst die ons wel de kunst leren om een volksvergadering of een rechtbank toe te spreken. Daarmee