Bij iedere schrijver vindt het werk zijn oorsprong in de schaduwzone waar de emoties ontstaan, opgeroepen door het dagelijks leven; die emoties worden uitgedrukt met behulp van een artistieke taal. Daarom zal een serieuze kritische analyse niet nalaten de biografie van de betrokken schrijver te bestuderen, want elk beeld, elke verbale associatie van woorden of ideeën zou zijn oorsprong kunnen vinden in de ervaringen waaruit het leven van de schrijver bestaat.
Die onderlinge afhankelijkheid van werk en leven kan soms van tyrannieke aard zijn. De feiten van het bestaan zijn dan niet langer een rijkdom waaruit de schrijver put, maar zij scheppen een konditionering waaraan hij zich niet kan onttrekken. De lezer ziet de kunstenaar als een soeverein en vrij mens, terwijl de keuze van de thema's en van het klimaat dat zijn werk bepaalt onderworpen blijft aan determinerende faktoren die die vrijheid ondermijnen. Deze afhankelijkheid van de kunstenaar ten aanzien van zijn bestaansvoorwaarden valt vooral op bij randfiguren als Wilde, Rimbaud, Laforgue, Toulouse-Lautrec.
In de Poolse letteren staan de voornaamste werken op naam van randfiguren. Wij denken in het bijzonder aan de ‘romantische’ dichters Mickiewicz, Slowacki en Norwid.
Als Adam Mickiewicz, de schrijver van Pan Tadeusz, zulke belangrijke dichterlijke maar ook politieke werken heeft kunnen scheppen, dan is dat omdat zijn eerzucht hem eerst heeft moeten losrukken uit zijn provinciale leventje binnen de Litause grenzen, om hem naar de Europese hoofdsteden te voeren waar hij de representatieve geesten van zijn tijd ontmoette.
Het biografisch profiel van Juliusz Slowacki lijkt hier sterk op. Geografisch eveneens een randfiguur - want afkomstig uit Wolhynië - en getekend door de tuberkulose, kompenseert hij zijn tekorten dooreen rijk oeuvre; zijn toneelwerk en zijn poëzie behoren tot het beste van de Poolse literatuur.
Maar Cyprian Norwid lijkt ons het interessantste voorbeeld voor onze uiteenzetting. Gedurende zijn hele bestaan doorkruist deze dichter en schilder Europa, levend in kommervolle omstandigheden. Hij beproeft zelfs zijn kans in de Verenigde Staten, maar hij keert na twee jaar terug, want zijn gedichten en tekeningen hebben hem geen bestaan kunnen verschaffen. Deze solitair verdedigde een kunst die geïntegreerd was in de wereld van de arbeid en, in zijn ogen, was ‘als een standaard geplant op de toren van de menselijke arbeid.’ Nog meer dan de andere romantici getuigde hij in zijn geschriften onverhuld van zijn eigen leven als balling. Hij bracht zijn laatste jaren door in Parijs, ineen tehuis voor ouden van dagen.
De ‘modernistische’ periode biedt ons andere voorbeelden van schrijvers die men als randfiguren kan betitelen, zoals bijvoorbeeld Stanislas Przybyszewski. Het betreft hier een Pool die zich aan het eind van de 19e eeuw temidden van de Berlijnse bohème installeerde en die besloot zich in een fraai en verfijnd Duits uit te drukken, met het doel aan zijn Pools provincialisme te ontsnappen en geaksepteerd te worden door de literaire en artistieke elite van de hoofdstad.
Aan deze namen voegen wij nu die van Witold Gombrowicz toe, die momenteel in het Westen meer en meer bekendheid geniet.
Alvorens het opnemen van Gombrowicz in deze rij te rechtvaardigen, willen wij eerst onze opvatting van het begriprandfiguur verduidelijken, met de bedoeling een nogal wijdverbreid misverstand te vermijden. Sommige schrijvers, sommige kunstenaars denken dat men maar hoeft blijk te geven van de een of andere buitensporigheid om - en daar zijn ze op uit - buiten de burgerlijke samenleving te worden gesloten. Zo zijn hun schreeuwerige en gewilde, anachronistische of laag bij de grondse manifestaties te verklaren. Toch vinden deze kunstenaars, zodra ze dat wensen, de normale levensvoorwaarden eigen aan de meerderheid van de leden van de maatschappij weer terug, en hun gedrag heeft slechts een op publiciteit beluste of, in het beste geval, ludieke motivatie.
Voor ons heeft het begrip randfiguur een heel andere betekenis. Het belangrijkste kenmerk van de randfiguur is dat hij behoort tot een minderheidsgroep die in ekonomisch, kultureel of etnisch opzicht minderwaardig is aan of verschilt van de maatschappij waartoe hij behoort en waarvan hij afhankelijk is. Met andere woorden, randfiguren zijn zij die geen sociale of politieke rol op zich nemen en dus gevangen blijven in de rol van toeschouwer. Dat is bijvoorbeeld het geval met adolescenten, of met bejaarden, groepen die in de marge staan van het aktieve, institutionele en scheppende leven. Randfiguren zijn de immigranten die door hun ekonomische positie en door hun gebrekkige beheersing van de taal van het gastland minderwaardig zijn aan de oorspronkelijke bewoners. En randfiguren zijn ook - omdat ze door het lot of door de anderen in een minderheidspositie zijn gedrongen - de joden, de homoseksuelen of degenen die getekend zijn door een lichaamsgebrek.
Elk individu dat deel uitmaakt van een van deze groepen kan verschillend reageren, al naargelang zijn karakter en zijn kultuur. Hij kan proberen aan het odium van randfiguur te ontsnappen door zich aan te sluiten bij het kamp van de meerderheid - als hij daartoe in staat is. Maar hij kan ook zijn minderheidspositie op zich willen nemen. Op die manier kan zijn bestaan nieuwe waarde krijgen: hij wordt een aandachtige getuige, bitter maar lucide, in staat de feiten van het leven te isoleren en te analyseren en ze van buiten af te bezien. Hij zuigt zich vol met skepticisme. Laat de anderen maar meedoen aan het systeem en zich waar maken - zij kunnen het. Voor hem moeten ironie en gevatheid zijn niet-deelnemen kompenseren. Woord en geschrift worden agressief, scherp en dus heilzaam.
De persoon van Witold Gombrowicz is het voorbeeld van een randfiguur die, tot aan zijn plotselinge dood in 1969, zijn dubbele status van homoseksueel en emigrant op zich heeft genomen. Zijn werk is de geslaagde vrucht van dit bij uitstek nonkonformistisch bestaan.
Situeren wij onze auteur. Hij maakt deel uit van de generatie schrijvers die in het eerste decennium van de 20e eeuw is geboren en in de jaren dertig debuteert. De Poolse kritiek plaatst