Emants in Bayreuth
Dit jaar is het precies honderd jaar geleden dat de wereldpremière plaats vond van de Ring des Nibelungen. Op 13 augustus 1876 werd om zeven uur 's avonds een begin gemaakt met de eerste Bayreuther Festspiele. De 28-jarige Marcellus Emants was met zijn mederedakteur Van Santen Kolff een van de weinige Nederlanders die dit grootse evenement meemaakte. In een reeks van zes feuilletons, die vanaf 16 augustus tot 2 september in het Vaderland verschijnen, brengt Emants heet van de naald verslag uit. De opgewonden wagneriaan Van Santen Kolff versloeg de Festspiele voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Ongetwijfeld heeft Kolffs enthousiasme Emants gestimuleerd naar Bayreuth te gaan. Kolff schreef al jaren vóór Bayreuth over Wagner in het muziektijdschrift Caecilia, waaraan ook Emants meewerkte. Kolffs ijver om Wagner hier bekend te maken zal in latere jaren beloond worden, wanneer hij mee mag werken aan de Bayreuther Blätter in Duitsland en de Revue Wagnerienne in Frankrijk. Hij raakt zelfs bevriend met de familie Wagner.
Kolff had zich terdege voorbereid op de Festspiele van Bayreuth. In juli en augustus van het jaar 1875 woont hij de repetities bij van de Ring in Bayreuth. In lange essays vol uitwijdingen licht hij de lezers van De Banier hierover in. De babbelzieke Kolff wordt niet moe van zijn bewondering voor Wagner te getuigen en spreekt schande over het feit dat geen van de letterkundige tijdschriften in Nederland notitie heeft genomen van het grootse dat in Bayreuth te wachten staat. Hij fulmineert heftig tegen de literatoren die Wagners drama's als teksten niet au serieux nemen. In extenso geeft hij weer hoe de Nibelungen-cyclus is ontstaan, welke costumes gebruikt worden, welke spelers zijn aangetrokken en hoe het theater er uitziet. Ook het huis van Wagner, Wahnfried, wordt tot in details beschreven. Emants was dus dank zij zijn ijverige vriend uitstekend gedocumenteerd, toen hij in Bayreuth arriveerde. Het moet voor Kolff een koude douche zijn geweest, toen hij merkte, hoe sceptisch Emants stond ten opzichte van Wagner. Het verschil in de beoordeling van de beide redakteuren moet de oorzaak zijn geweest dat in De Banier over de Festspiele zelf niets werd geschreven.
Het is echter niet alleen Kolff geweest die Emants met Wagner en de muziek in aanraking bracht. Pierre Dubois, de biograaf van Emants, vermeldt dat de schrijver reeds vroeg belangstelling had voor de muziek. In zijn jeugd al speelde Emants cello, bezocht hij concerten en maakte hij kleine composities. In het begin van de jaren zeventig, bij de aanvang van zijn loopbaan als schrijver, heeft Emants zich uitvoerig uitgesproken over zijn kunstopvattingen en zijn relatie tot de muziek. In essays in het tijdschrift Quattor komt hij er openlijk voor uit dat hij weinig heil ziet in de nieuwe richtingen in de kunst. Reeds dan blijkt - jaren voor de Festspiele in Bayreuth - dat hij van de theorieën van Wagner niets moet hebben.
Emants reportage over de Festspiele in Bayreuth, is in vele opzichten een unieke tekst. Naast de stilistische kwaliteiten is deze tekst bijzonder, omdat hier voor het eerst een schrijver van niveau zich uitspreekt over Wagner. Opvallend is verder dat Emants Nietzsches publikaties al blijkt te kennen, terwijl pas in de jaren negentig deze Duitse filosoof hier enige bekendheid krijgt. Hij citeert o.a. uit Nietzsches Richard Wagner in Bayreuth de jubelende en geforceerde lofrede op de componist, waarvoor zelfs onze Nietzsche-fan Ter Braak geen goed woord over heeft.
Het is curieus te bedenken dat Emants in de zaal vertoefde waar naast de jonge Peter Tschaikowsky, Saint-Saëns, de schilder Makart, Judith Gautier en vele andere beroemde persoonlijkheden zich ook Nietzsche bevond, die daar de grootste crisis van zijn leven doormaakte.
Na jaren van hechte vriendschap met Wagner vielen in Bayreuth voor de filosoof de schellen van de ogen. In 1874 waren er al wrijvingen geweest, onder andere toen Nietzsche tot grote woede van Wagner het waagde om een compositie van Wagners vijand Brahms op de piano te plaatsen. Het was ook niet zonder betekenis, dat Nietzsche tijdens de repetities van de Ring in 1875 niet in Bayreuth verscheen wegens hoofdpijn en een oogziekte, duidelijk psychisch-somatisch van aard. Hij week toen uit naar het plaatsje Klingenbrunn, waar hij de eerste schetsen maakte die de heilige oorlog tegen het wagnerisme zouden ontketenen. Ofschoon hij in zijn hart al afscheid had genomen van Wagner, keerde Nietzsche naar Bayreuth terug om de eerste cyclus van de Ring bij te wonen. Bayreuth werd voor hem één teleurstelling. Hij ergert zich, evenals Emants, mateloos aan de Wagner-volgelingen, die in café's met eenieder ruzie kregen die kritiek had op de Meister en luidkeels liederen zongen ter ere van de componist (Gaudeamus igitur, Wagneristes sumus). Bayreuth werd voor Nietzsche een ‘verachtelijke, kleine Duitse affaire’. Tijdens de opvoeringen drong het goed tot hem door hoe dit alles ‘de doodsstrijd van de laatste grote kunst’ was. Gutman, de biograaf van Wagner vermeldt, dat Nietzsche in tranen Bayreuth verliet.
Minder bewogen verlaat Emants Bayreuth. Op het einde van zijn feuilleton vraagt hij zich af of de Festspiele ooit nog eens herhaald zullen worden. Emants meent van niet!
Op 23 juli van dit jaar kan men in Bayreuth terecht, waar ter gelegenheid van de 100-jarige herdenking van de Festspiele de Ring zal worden opgevoerd.
Jan Fontijn