De Revisor. Jaargang 2(1975)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Remco Campert 1975 Rare jaren, deze jaren, niets komies, veel mislukt rollende stenen zonder mos Kreupel zoekt de poëzie het huis weer op de warme lamp het kleine leed van pappie-mammie roepen verdriet om de voorbije verjaardag wéér troost de natuur wéér komt op de proppen die ellendige God vermomd nu als VU-student of Nijmeegse nitwit Maar ook wij, toen we een gooi naar het grootse deden hadden niemand iets te bieden dat een schuilplaats gaf voedsel in een maag een schaar om prikkeldraad door te knippen nauwelijks een doek voor het bloeden of schoonheid die een gedicht verbrandt Verwilderd in besneeuwde vlaktes woestijnen in muren gevangen - de kampen, kelders en kooien waar de ene mens de andere onmens wordt Al die dromen al die jaren steeds weer dat kind op 't platgebrande station het hoge gillen in de kazerne waar je stem, die mooie vaas, werd stukgetrapt en buiten de hekken de koude kameraman altijd bezorgd om z'n materiaal Schrijven, die lullige luxe waar ademen al een weelde is en eten - je bordje leeg De beste talenten aan de drank aan de roem, aan de ijdelheid aan de spuit of in 't gesticht met een positie in een commissie of uit het raam gesprongen of geschrokken hokkend bij moeder de vrouw of zich verliezend in analyses: napalm van woorden over het vel van de taal Ach, sla ons om de oren dat we wakker worden dat niet onze ontroering in klein geblaat verloren gaat dat we weer ons bed opnemen en zwerven met de bedeljongen met de bedelmeid. Vorige Volgende