De Revisor. Jaargang 2
(1975)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |
Landende reigerHij remt zijn kalme regelmaat
reiger die laag over water traag
met zijn poten slipt omdat er even
tussen oog en oor iets
glimpt in het gladde
oppervlak
iets waarvoor
hij staat
nu nog.
| |
Het wapen van de musMus
Onkruid onder de vogels
zo huishoudelijk
gewoon en kleurloos
de grond van ons bestaan
zijn orgeltoon
Zijn jingle weerklinkt
overal waar kruimels
een speldeprik eten
een vingerhoed water en zand
Omdat hij zin heeft trekt hij
gauw nog even een sprintje
hipt - zit dan stil
Er is maar één mus en
die is een embleem: springlevend
bewijs van hak op
tak dat er geen grond
dan om te zitten geen
lucht dan om er dwarsdoorheen.
| |
DooiDe schaatsers kris en krassend op het ijs
de trippelsprintjes van een spreeuw:
wat anders wegijlt blijft nu liggen
stil veldje vol tekens in de sneeuw
Een blauwdruk van immens gescharrel
half afgemaakt in weggevlogen taal
zo vormden vlokken dalend onder nul
de grond voor een verhaal dat op het punt
van pointe in dooi uiteenvalt en weer kaal.
|
|