De Revisor. Jaargang 2
(1975)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 20]
| |
ZwanenpaarZij die bij dag niet witter zijn, zij slapen
nooit in het licht hun droom van witte pauw
maar in het donker als hun hals zich vouwt
in veren, als zij niet op vleugels gaan.
Zij werpen lussen schaduw op elkaar,
halsdun, in hun aanhankelijk beschrijven,
in hun voor elke tijd bestemd vertoon
van drijvend boven overleven staan.
| |
BosrandHier waar het veld al zichtbaar aan de bomen is,
de stammen naar de rand toe lager gaan vertakken
om duisternis, om meer houvast tegen de wind,
hier is het licht het verst, valt het door gaten
uit open veld waar niets dan kort kruid groeit, het tilt
de wolken vrij, het zet tot bloeien aan en het verdrijft.
Hier strijkt de gloed zich licht, het bos zich glad
dat bij de laatste boom de grond verlaat
en neemt zich uit zijn druk of kreupelbos
aan bos een serre bouwt, oase van
verbintenis.
Betreedt hout hout - terug -
dan fronst het hout, herademing beschut.
| |
[pagina 21]
| |
EgelIk kijk naar het oud mens van zijn bewerkt
gezicht, dat denkt, dat donker nadenkt wat
te doen nu hij niet rond kan rollen uit
behoud - hij wil mijn aandacht niet, hij wacht
betrapt, hij laat mij komen, hij staat stil.
En ik beschijn hem met mijn lamp en hoop
op zijn besluit niet te verdwijnen in
het gras voor hij, als onbeangste uil
die spits omkijkt, met mij is opgelopen,
rennend op poten, hoog, verrassend hoog.
| |
OeverSoms voegt een meeuw zich bij de eenden
om te gaan slapen in het gras.
Het zich onttrekken is wat bij
het dier de mens het minst verrast.
| |
MolHij eet wat naakt is in de grond.
Een kleine bokshandschoen van bont
die niets meer zien kan van de slagen.
| |
Pad op zoek naar winterslaapHij klimt de takken binnen op vier benen,
zijn ogen kijken met de ogen van een mens.
Het is de kunst de stilstand te bereiken -
niet meer te voelen, niet te kijken.
| |
GoudvisEen stijf apart gehoorzaam leven,
hij hield met moeite zich gezond,
het water werd hem aangewreven
tot hij verbaasd in lucht verdronk.
De gedichten ‘Urtica’, ‘Zwanenpaar’ en ‘Bosrand’ zijn afkomstig uit de te verschijnen bundel Vluchtige Verhuizing. De andere kozen wij uit het typoscript van het nog te publiceren Dierenalfabet. E.d.W. & T.v.D. |
|