De Revisor. Jaargang 2
(1975)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| ||||||||||||||||
Gallas ontmandHeeft het zin kritiek te leveren op een woordenboek dat al acht jaar op de markt is? Niet als die kritiek zich beperkt tot de gebreken die woordenboeken van Nederlandse makelij veelal aankleven: onvoldoende nauwkeurigheid, onoverzichtelijkheid en flagrante onvolledigheid. Van Gallas' Nieuw Frans-Nederlands woordenboek kon gezegd worden dat het zich uiterst gunstig onderscheidde van de gangbare uitgaven van Wolters en Kramer, de minst ontoereikende Engels-Nederlandse en Frans-Nederlandse woordenboeken die de gebruiker ten dienste staan. Gallas bevat bijvoorbeeld drie maal zoveel tekst als Ten Bruggencate's Engels-Nederlands woordenboek (Wolters), en dat is bepaald niet omdat de Franse taal drie maal zo rijk is als de Engelse. De eerste editie van Gallas' woordenboek (twee delen, maar ik beperk me hier tot het Fr.-Ned. deel) dateerde van 1904, toen Gallas 36 jaar oud was. De tweede editie verscheen kort voor zijn dood, in 1955. Hij heeft er m.a.w. ruim een halve eeuw aan gewerkt. Na zijn dood is een ongedateerde derde editie verschenen, verzorgd door mevrouw Dr. H.J. Vieu-Kuik. In zijn voorbericht bij de tweede editie keerde de toen hoogbejaarde Gallas zich tegen neologismen als ‘joyriding’, ‘motel’, en ‘fuseren’, maar hij wist de lezer voor zich te winnen door de beminnelijkheid waarmee hij zijn vooringenomenheden relativeert: ‘Men zal in dit boek veel vergeefs zoeken. Men zal er veel ouderwetse uitdrukkingen als aequivalenten vinden, want de samensteller is dikwijls in zijn taal een geslacht ten achter. Hij deinst terug voor de uitdrukking “het ging van zet-'m-op”.’ En het is waar, Gallas' taal doet vaak achterhaald aan. ‘D'où sortez-vous?’ is wel wat eigentijdser en idiomatischer weer te geven dan als ‘Zijt ge dan zo'n vreemdeling in Jeruzalem?’ en hetzelfde geldt voor uitdrukkingen als ‘tomber sur la tête’ (‘niet wel bij het hoofd zijn’), ‘libertiner’ (‘de lichtmis uithangen’), ‘elle est peu sévère’ (‘zij laat haar aanbidders niet lang smachten’), enzovoort. Ook op Gallas' equivalenten is inderdaad wel iets af te dingen. ‘Pédéraste’ weergeven als ‘knapenschender’ is op z'n minst onvolledig, omdat de Fransen elke homosexueel ‘pédéraste’ noemen (of vlotheidshalve ‘pédé’); ‘orgasme’ wordt bij Gallas enerzijds ‘zaaduitstorting na gevoel van wellust’, anderzijds ‘sterke verhoging van de levensverrichtingen of van 't levensgevoel’. Dat laatste zul je toch wel figuurlijk moeten opvatten, zodat hij het orgasme blijkbaar voor iets specifiek mannelijks versleet. Ook ‘masturbation’ is bij Gallas alleen voor mannen weggelegd, want hij omschrijft het als ‘zelfbevlekking’, en enig Victoriaans vooroordeel isGallas moeilijk te ontzeggen als hij ‘tribade’ weergeeft als ‘tegennatuurlijk ontuchtige vrouw’. Het was daarom te verwachten dat mevrouw Vieu-Kuik, die de derde editie redigeerde, Gallas' woordenboek zou hebben ontdaan van archaismen en bevooroordeelde omschrijvingen, en dat ze het verder naar haar beste vermogen zou hebben geactualiseerd en uitgebreid. Maar mevrouw Vieu-Kuik heeft het anders aangepakt. Van uitbreiding of stilistische aanpassing is vrijwel nergens iets te merken. Alle zojuist genoemde minder juiste of verouderde omschrijvingen bleven gehandhaafd, met enkele curieuze uitzonderingen: zo is bij ‘orgasme’ de betekenis ‘zaaduitstorting na gevoel van wellust’ verdwenen, en het hele woord ‘tribade’ komt in de nieuwe druk niet voor, evenmin als het bedenkelijke ‘libertiner’. En dat is natuurlijk niet alles. Mevrouw Vieu-Kuik heeft stelselmatig talloze uitdrukkingen die Gallas subtiel nuancerend had aangemerkt als | ||||||||||||||||
[pagina 77]
| ||||||||||||||||
‘volk’, ‘fam.’, ‘plat’ en ‘zeer plat’ geschrapt. Het was Paul Beers, vertaler te Middelie, die dit onbedoeld aan het licht bracht, zoals mag blijken uit het volgende telefoongesprek, dat ik naar beste weten heb gereconstrueerd: - Gebruik je Gallas niet? - Nee, jij? Ik weet niet hoor, vind je dat een goed boek dan? Ik heb het wel, maar ik kijk het zelden in. Weet je dat ‘putain’ er niet in staat? En ‘phallique’ ook niet? Dat zijn toch tamelijk gewone woorden. - Dat kan niet! - Ga maar kijken.
- Hallo! Bij mij wel, hoor: ‘Putain v.: (plat) Hoer. Un - de métier: Een rotvak.’ En bovendien: ‘Putanat m.: Hoerenvak. Putasse v.: Hoer. Putasserie v.: Hoerenboel. Putassier m.: Hoerenloper.’ En Phallique staat er ook in: ‘De Phallus-eredienst betreffend. Betrekking hebbende op het mannelijk lid.’ Bovendien nog: ‘Phallophorys: v. mv. Plechtige phallusdienst. Phallus m. 1. Afbeelding van het mannelijk lid (zinnebeeld van de vruchtbaarheid). 2. Eikelzwam.’ - Nou, bij mij staat dat er allemaal niet in. - Van wanneer is die druk van jou dan? - Ik heb de laatste druk, jongen. Het boek is nog splinternieuw. Een jaartal staat er niet in, trouwens.Ga naar eind1 Hier: ‘Derde, herziene druk, bewerkt door Dr. H.J. Vieu-Kuik.’ Wat heb jij voor druk? - De tweede, van 1955. - Dan heeft dat mens de vieze woorden geschrapt. Hé, noem nog eens wat vieze woorden. - ‘Con’, staat dat erin? - Dat is ‘kont’, hè? Even kijken. - Nou, 't is eigenlijk meer ‘kut’, en figuurlijk gebruikt is het zoiets als ‘lul’ of ‘klootzak’. - Nee hoor, staat er niet in. - Bij mij wel: ‘Con m.: Schaamdeel.’ Ook niet erg precies natuurlijk. En dan nog: ‘(fam.) Stommeling. Lamstraal. C'est -: 't lijkt naar niks.’ Enzovoort, enzovoort. Paul bracht me enkele dagen later zijn exemplaar, zodat ik eens rustig kon nagaan wat mevrouw Vieu allemaal had aangericht. Hier volgt nog een rijtje onfatsoenlijke woorden die door Gallas waren opgenomen en door mevrouw Vieu zijn verwijderd:
Het woord clitoris is gebleven, al heeft mevrouw Vieu er ‘(ontleedk.)’ aan toegevoegd. Overigens zijn lang niet alleen de onfatsoenlijke uitdrukkingen door censuur getroffen. Als Gallas maar even uit zijn slof schoot (‘hij kan op zijn bliksem krijgen’ voor ‘Nous lui en servirons’; ‘loop naar de drommel’ voor ‘Va te faire fiche’; ‘Verdomd (G.v.d.)!’ voor ‘(Sacré) nom de Dieu’) heeft mevrouw Vieu kuisend toegeslagen. Mevrouw Vieu-Kuik heeft het kennelijk niet begrepen op krachttermen, en nog minder op neuken, poepen, flikkers, tieten en wat dies meer zij. Gallas liep er misschien ook niet warm voor, maar hij was zo reëel om woorden die hij weliswaar plat vond, maar die tot de meest gebruikte van de Franse taal behoren, niet te willen weren uit zijn woordenboek, ook al gaf hij ze dan wat eufemistisch weer. Mevrouw Vieu daarentegen schrapt gewoon wat haar niet aanstaat. Heeft ze dat nog verantwoord in het voorbericht bij haar ‘derde, herziene [!] druk’? Jazeker. En wel als volgt: ‘De sappige rijkdom van de volkstaal, hoe inspirerend ook voor kunstenaar en filoloog moet, naar ik meen, in een tijd, waarin de grenzen van landen en continenten vervallen, niet in de eerste plaats onze aandacht hebben, maar het zuiver en keurig gebruik van de uitdrukkingsmogelijkheden, die het Frans zowel als het Nederlands ons biedt.’ Wat zou zo'n dame daar nu mee bedoeld hebben? Dat kunstenaars en filologen hun dubieus vermaak in de volkstaal maar elders moeten zoeken, en dat zíj - mevrouw Vieu-Kuik - er in elk geval niet aan zal meewerken dat Nederlanders die in deze tijd van vervallende (?) grenzen in aanraking komen met Franse vuilbekkerij (denk eens aan het liedje: ‘Elle avait des tout petits tétons’ van Maurice Chevalier) ooit in háár woordenboek zullen kunnen naslaan wat er met al die onwelvoeglijke woorden bedoeld is. De uitgeverij (Thieme & Cie, Zutphen) treft natuurlijk de meeste schuld. Hoe zijn ze daar ooit op het idee gekomen om de nieuwe editie van dit woordenboek - het levenswerk van een eminent romanist - toe te vertrouwen aan mevrouw Vieu-Kuik, lerares in Enschede, wier voornaamste kwalificatie schijnt te zijn geweest dat ze getrouwd is met een meneer uit Frankrijk? N'en déplaise à monsieur Vieu, maar zijn gade, mevrouw Vieu-Kuik, heeft | ||||||||||||||||
[pagina 78]
| ||||||||||||||||
zich hiermee laten kennen als een vieux con, iets heel onbehoorlijks in de ontleedkunde, dat we in het Nederlands kunnen aanduiden als ‘een ouwe truttebol’.
P.V. |
|