De Revisor. Jaargang 2(1975)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Anton Korteweg Tussen de rails Multiple choice het / regende / was mistig / was stralend mooi weer ze had / vier kinderen (die niet wilden deugen) / een man aan de drank / kanker ze ging / veel te vroeg van huis / op tijd... / op het laatste nippertje... ze droeg / een mantel met imitatie-bontkraag / geen jas / een blauwe regenjas ze heeft haar fiets tegen het schuurtje / gekwakt / gezet / gezet en op slot gedaan ze / heeft zich voor de trein geworpen / is voor... gestapt / stond rustig te wachten tot... het was / een klap als bij een botsing / alsof een hondje... / alsof een vlieg op een voorruit... de trein heeft / gedacht: alweer / nog geremd / niets gemerkt het is / iets waar je geen woorden voor hebt / tragisch (zonder meer) / misschien nog maar het beste zo Dagblad Dinsdag 8 oktober 1974, om 11 uur 16, liep een vrouw van veertig, ongeveer, gekleed in blauwe regenjas, de rails op, tegenover de verffabriek van Sikkens (Voorhout). 't Regende. Na enkele seconden werd ze door de intercity naar A'dam gegrepen. Desgevraagd hebben arbeiders bij Sikkens verklaard gezien te hebben dat de vrouw haar fiets tegen een schuurtje langs de spoordijk had gezet, om ongeveer elf uur. Eén meende dat hij had gezien dat ze haar fiets op slot deed. Men had haar daarna een kwartier heen en weer zien lopen langs de rails. Waarom? Waarom de trein als kraakwagen? Had ze vier kinderen die geen van allen? Dronk vaderlief? In de steun? Was het kanker, bestraald, genezen verklaard, daarna toch? De moedeloze bollenvelden in de herfst? Het regende. Waar dacht ze aan? Hoe keek ze? De ondoordringbaarheid van de massa Waar het éen is, kan het ander niet zijn, en voor een trein is uitwijken ondoenlijk. Het had daar dus niet mogen zijn, tussen de rails, 't haalde niets uit dat er nog werd geremd. Het was niet eens een klap, maar meer zoals een vlieg zich breed maakt, stuitend op een voorruit. Vier kinderen Het was geen werpen, ze deed drie stappen. Ze had een kwartier in de regen staan wachten. Het was geen botsen maar uitgeveegd worden. Het kan niet, het wordt een mop: kennen jullie die van die vrouw? Of een raadsel: 't gaat er aan de voorkant lichtblauw in. Juist, ja. Een trein, een kwartier. Een moeder, een blauwe jas. Vorige Volgende