Keir Dullea
‘Hij had een fris, rond gezicht, zijn tamelijk lang, donkerblond haar plakte tegen zijn bezweet voorhoofd. Zijn ogen waren blauw, scherp en schitterend. De blozende huid, die over zijn kaken spande, was begroeid met blonde haartjes, fijn als dons, maar harder. Er was daardoor iets glinsterends aan hem.’
D.H. Lawrence, The Fox.
Spencer Tracy
‘De oude man was schraal en mager met diepe rimpels achter in zijn nek. Op zijn wangen had hij bruine vlekken van de goedaardige huidkanker, die de zon veroorzaakt door haar weerkaatsing op tropische wateren. De vlekken zaten aan beide kanten van zijn gezicht tot in zijn hals toe en zijn handen hadden diepgekerfde littekens van het hanteren der zware vissen aan de lijnen. Maar geen van deze littekens was vers. Zij waren zo oud als vulkaanrots in een visloze woestijn. Alles was oud aan hem behalve zijn ogen, die hadden dezelfde kleur als de zee en waren vrolijk en onversaagd.’
Ernest Hemingway, The old man and the sea.