ralisme’.Het deel realiteit, dat voor magisch-realisme essentieel is, zou dus in een versterkte vorm over komen. Ik hoop, dat hierdoor het magische vervreemdingseffect nog sterker wordt. Persoonlijk heb ik geen enkel bezwaar tegen het opdrijven van het realisme naar het naturalisme. Hierdoor wordt zoeterigheid vermeden, wat ik best vind.
Onvermijdelijk ging het literaire aspect verloren en bleef alleen het verhaal (maar toch met zijn psychologische, irreële, sociale, ethische, enz. implicaties) over. Met het literaire bedoel ik, dat voor mij de taal het gebeuren (innerlijk zowel als uiterlijk) draagt. Ergens in ‘De Goden moeten hun Getal hebben’ heb ik het over ‘het niemandsuur’, om een bepaald moment bij het vallen van de schemering te karakteriseren. Zulke dingen gaan bij verfilming hopeloos teloor, ofschoon het in de roman zelf bijzonder belangrijke elementen zijn, die artistiek het boek maken!
Een verarming was ook, dat bepaalde situaties en toestanden opgeofferd moeten worden, o.m. wegens de kosten. Zo moesten wij in ‘Stiller’ het enorm belangrijke circus prijs geven en het dooreen ongeveer gelijkwaardige situatie vervangen. Jean Ferry vond een uitstekende oplossing, maar ik zal die als een Fremdkörper blijven aanvoelen. Dit is bijzonder onprettig, ofschoon ik begrijp dat zulke dingen onvermijdelijk zijn. In ‘Kasper’ komen ze vrij frekwent voor.
6 Ik weet niet hoe professionele scriptschrijvers tegenover hun eigen werk staan in geval het volkomen oorspronkelijk is. Laat mij de bedoelingen even verduidelijken!
Ik denk, dat ik best een scenario (geen gedetailleerd draaiboek) zou kunnen schrijven als men mij dat vroeg, maar ik weet ook dat ik, éénmaal dat ik een goed verhaal zou bedacht hebben, eerst een novelle of roman zou schrijven en pas dan weer rustig aan het scenario denken. Een verhaal is ook in de literatuur voor mij zo belangrijk, dat ik het verspilling zou vinden alleen maar een scenario en niet eerst een roman of novelle te schrijven!
Daar ik geen filmman ben, geloof ik de filmlui, die gewoon om een scenario, om een écht, speciaal voor de film geconcipieerd scenario zitten te smeken. Zij zeggen mij, dat een oorspronkelijk script beter is dan een literair werk wanneer men een film wil draaien. Dat zal dan wel waar zijn, denk ik. Maar toch treft het mij hoe vaak films, getrokken uit beroemde romans, échte successen worden.
7 Als ik voor iets echt ambitie heb, doe ik het ook. Daarom kan ik niet uit volle borst ‘ja’ antwoorden. Op mijn leeftijd (1920 geboren!) is het zo, dat men moet kiezen. Ik zou het best aandurven een film te maken (wel met een dramatisch assistent naast mij) doch ik weet, dat het te laat is om naar een geheel ander medium over te stappen. Ik ben romanschrijver en essayist; tijdens de mij nog overblijvende jaren, wil ik niet in stukjes uiteen vallen (zoals m.i. met Claus het geval is, vrees ik). Wel blijf ik documentaires draaien voor huiselijk gebruik op super-8 (ik maakte mooie dingen in Stonehenge en omgeving), maar zelfs dat begint tijdrovend te worden omdat ik het té goed wil doen en, na veel geleerd te hebben van de professionele cameramen (Tack, Theo Vandesande, Eddy Van den Enden), ook professionele beelden wil maken...
8 Mijn filmervaringen zijn nog erg recent. Zij begonnen een jaar geleden en hebben ook een jaar lang sterk mijn schrijven afgeremd. Het is mogelijk, dat ik van Jean Ferry (die ‘Stiller’ bewerkte) een grotere aandacht voor detail en constructie heb geleerd, en van Van der Heijden en Kümel de durf om de realiteit nog reëler te zien. De vraag is nu, hoe de magische kortsluiting tot stand zal komen en in hoe ver ik, éénmaal de twee films gemonteerd, ook daar nog iets van leren kan. Maar kom, een mens leert altijd, ook door omgang met de mensen voor en achter de camera. Het observeren van Willeke van Ammelrooy bvb. (aangekleed!) is voor mij bijzonder interessant geweest: mijn vrouw en ik waren kennelijk de enigen, die zagen dat zij een zeer menselijke vrouw is, gevoelig, wat kinderlijk, maar intelligent en met een hartelijke menselijke solidariteit. Waarna het bovendien ook leerzaam was Kümel te horen zeggen, dat zij een veel grotere actrice is dan de meesten het zich voorstellen. Zulke observaties op zichzelf kunnen voor een auteur belangrijk zijn. Verder is het mogelijk, dat in een roman, waar ik nog over loop te broeden, de filmwereld of mijn ervaringen mét de filmwereld een zekere rol zullen spelen. Trouwens, nu al ruim een halfjaar geleden schreef ik de eerste zestig bladzijden en daar zit ik al volop in de film (het bezoek bij Jean Ferry met het oog op het schrijven van zijn draaiboek).