De Revisor. Jaargang 1
(1974)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
Wilfred Smit
| |
Aan een zwaar ziekeVerkoudheid aan een open venster
opgedaan verraadt zich; vouw maar
je zakdoek van vanmiddag open -
je wilde zo graag de gekweekte
gele roos zien, niet achter glas,
hoe zij bij zo'n wind staande
blijft aan haar stok -
staat daar
in dun rood bloed geschreven.
| |
BreukHet zilveren voetje
waarop vriendschap gaat
moet toch eens mank;
tussen de scherven
millefiori die dat laat
is er éen glanzender -
een stukje blauwgroen glas
dat snijdt, vergiftigt -
vriendschap die niet overgaat.
| |
ElegieWat een jonggestorven vader
z'n kind zou kunnen influisteren,
wat de wind opwaait, met donker
neerlegt op de stoep, wij afluistren.
‘draagt ze nog die oranje rok,
je moeder, draagt haar een ander?’
ach de wind brengt over maar verknipt
de boodschap, éen geel blad na 't ander.
| |
[pagina 28]
| |
Malacosóma NeustriaDe eerste decade juni
met grijsgroen dorstig weer
kwamen ze uit - zoals verwacht
maar ik was doodgelukkig.
het waren nieuwelingen
voor mij: lasiocámpidae
of een ondersoort daarvan,
oude liefde opnieuw.
- zacht lijf, koffiekleurige
dikke leeuwtjes maar koffie
met veel zoete melk,
heel lief maar zonder tong -
ik kon niet weten
dat het weerbericht regen wilde
die elfde juni - had ik ze
anders van mijn naald gered?
ik wist alleen dat de vrouwtjes
groter waren, langer leefden,
en dat de copula kortstondig
was daar in het gras.
14 juni
| |
Árctia CájaGrote bruine beer, graaf zeppelin
onder jouws gelijken,
geboortig uit mark
brandenburg -
grote beer, de thorax bruin
met rose kraag, een trui
zoals nog nooit -
beer, sentimenteler
nog dan sokken -
ik heb je lief zoals
een amateur dat doet - want wie
ziet rosamunde in een dikke jongen
die niet kan dansen, laat staan vliegen?
15 juni
| |
Smerínthus populiWe hadden onze grauwe dode
te drogen gelegd in de zon -
duidelijk pijlstaart duidelijk
verdronken in de pan water
voorbij het keukenraam -
de tegel werd voorzichtig nat
en de drenkeling steeds meer
dat grijs populierenblad
waarvan hij kwam -
hij leek een kleine kale draak
(niet dood maar slapend) met witte
maantjes op de vleugels -
hij leek op christus triomphator
schaamrode blos opzij -
en koos mijn vinger om te zitten.
30 juni
|
|