Superieur wanhopig leuk doen
De hoofdpersoon van Van het Reve's nieuwe boek, Het Lieve Leven, is een homosexueel van middelbare leeftijd die in steeds weer andere huizen veel knutselt en opknapt, aan zwaarmoedigheid lijdt, troost zoekt in drank of in de bijbel, die de drank de baas wordt, boeken schrijft, katholiek wordt en de Maagd Maria vereert, leert autorijden, in een bestelbus rondrijdt en tussen de bedrijven door brieven schrijft aan Frans Pannekoek, Ab Visser en Simon Carmiggelt. Deze brieven vormen de inhoud van het boek. Ze beslaan een periode van ruim zeven jaar, van november 1965 tot maart 1973, en leveren gezamenlijk een autobiografisch document op dat een lust is om te lezen. In een van de brieven aan Ab Visser vertelt Van het Reve iets over zijn werkwijze (hij is dan bezig aan Lieve Jongens): ‘Kijk, ik ga des morgens in mijn nieuwe Citroën bestelbus naar het woud. Ik wandel daar, zit dan wederom in de bus, beroer mijn Deel, loop dan weder, enz., en probeer, aan mijn tafel in de automobiel zittend, aan het schrijven te geraken. Na enige uren gelukt dat meestal, maar niet altijd. Het eigenlijke schrijven voltrekt zich in een half uur, drie kwartier. Dan ben ik in zoverre uitgeput, dat ik niet bouwend, scheppend meer kan schrijven.’ Hieruit valt op te maken dat Van het Reve het schrijven van brieven minder hoog aanslaat dan het schrijven van een echt boek, het ‘bouwend, scheppend’ schrijven.
Het is de vraag of hij daarin gelijk heeft. In elk geval is dit brievenboek een logische voortzetting van zijn ontwikkeling naar de losse, autobiografische vorm, die zich een jaar of tien geleden aankondigde. In de tien jaar daarvoor publiceerde hij zorgvuldig gecomponeerde en geconstrueerde verhalen die hem ontzettend veel tijd en moeite kostten en die niet zo erg veel waardering kregen. Het toneelstuk Commissaris Fennedy, geheel volgens schema's en dramatische wetten ontworpen, vormde de uiterste consequentie van die, technisch perfecte, manier van schrijven. Het was een fiasco.
Vermoedelijk bij toeval, door het schrijven van een in briefvorm gesteld verslag voor Tirade, ontdekte Van het Reve dat minder geconstrueerd, meer freewheelend geschreven proza literair niet voor zijn vroegere werk hoefde onder te doen. In Op weg naar het Einde en Nader tot U bundelde hij vervolgens een aantal prozastukken in briefvorm. Maar het ging hierbij niet om echte, particuliere brieven. Ze waren zorgvuldig in elkaar gezet, met het oog op publicatie.
De eerste echte brieven (aan Carmiggelt) verschenen in De Taal der Liefde. Het boek bestaat verder uit autobiografische stukken die qua vorm niet veel verschillen van de pseudobrieven uit de twee voorgaande boeken. Zonder de afdeling echte brieven (ruim honderd pagina's) zou De Taal der Liefde wat dun uitgevallen zijn, en misschien is dat wel de aanleiding geweest om de brieven op te nemen. Juist de afdeling brieven had groot succes bij pers en publiek, zodat Van het Reve op het idee kwam een boek van louter brieven samen te stellen.
Eerst verscheen nog Lieve Jongens, een reprise van de bedsessies met dagdromen uit De Taal der Liefde (door Van het Reve zelf in het nieuwe boek somber gekwalificeerd als ‘dat gelul over Fonsje en Woelrat’), waarvan de thematiek op den duur gaat vervelen als je niet dezelfde sexuele preoccupaties hebt als de schrijver.
Dat Van het Reve met zijn nieuwe boek de strenge literaire vorm bewust overboord gooit, bevestigt hij in een brief aan Carmiggelt: ‘Ik herbegin deze brief maar niet. Als ik alles zou moeten sorteren & ordenen, zodat de brief zich fraai zou ontwikkelen, dan kwam er geen brief -’ (p. 128). Een paar brieven daarvoor schrijft hij Carmiggelt dat hij de afdeling brieven in De Taal der Liefde eerst had willen herschrijven, maar daar vervolgens van had afgezien. Ook de brieven in Het Lieve Leven maken de indruk ongewijzigd gepubliceerd te zijn.
Natuurlijk is er geen intrinsiek verschil in literaire waarde tussen geconstrueerd werk als romans en verhalen en het betrekkelijk vormloze autobiografische genre van de persoonlijke brief. Léautaud publiceerde dagboeken, al begon hij daar zo laat mee dat de ware roem pas posthuum kwam. Van het Reve is er bijtijds bij, en al heeft hij de particuliere brief, niet het particuliere dagboek, als genre gekozen, veel verschil maakt dat niet. Meer dan bij andere genres is de kwaliteit van brieven en dagboeken afhankelijk van de persoonlijkheid van de