De Revisor. Jaargang 1(1974)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Gerrit Komrij De wachtkamer Bevroren zijn de koppen chocola. We zitten kleumend in de oude schuur En kijken door het raam de mensen na Die luidkeels rennen, een kolom van vuur Wacht op ze in de verte. Ook de vellen Zijn hard. We horen aan de einder kreten. O, die zijn eenvoudig niet te tellen. De schreeuwen. En we zien de hete Vuurzuil vrouwen, jongens, mannen, Schrokkend, ziedend, meesterlijk omarmen Als een kruisvaarder de muzelmannen. Wij starogen, o ja! Het wordt al warmer. Het laatste deeg We hadden vreemde gasten bij ons thuis. Ze aten eerst de keukenkasten leeg En bakten op ons kleine gasfornuis Een huizenhoge pannekoek van deeg. Vervolgens keerden ze de tafel om - En gingen zitten; door de poten heen Keken ze naar ons, zo star, zo stom. Hun iris blikkerde als edelsteen. Hun huid, zo leek het, was van cellofaan Waarachter, roerloos, spieren stonden. Pijn, pijn, zeiden zij. - Koud was de maan, Koud was het bloed dat liep uit onze monden. Vorige Volgende