Onzin van Cornets
Net als Speliers is Cornets de Groot een ‘creatief essayist’. Ook Cornets heeft nogal wat kritiek te verduren gekregen, maar hij is in vergelijking met Speliers een toonbeeld van helderheid. Zijn nieuwste opstel-bundel heet Intieme optiek en draagt als ondertitel ‘een feuilletonessay’. Het boekje is te beschouwen als een oratio pro domo. Op de heftige kritiek van o.a. Sötemann en Blok, die Cornets in de afgelopen jaren te verwerken kreeg, wordt in dit boekje gereageerd, soms vermoeid maar meestal fel. Cornets legt (weer eens) uit dat zijn benadering van literatuur zich aan geen methode verplicht voelt, dat alles mag en dat vooral persoonlijke reactie zijn manier is om het irrationele van literatuur onder woorden te brengen. Lange tirades tegen wetenschappelijke literatuurstudie, die zich alleen met het rationeel verklaarbare bezighoudt, volgen elkaar op in deze Intieme optiek.
Wie zich echter aan geen regels houdt, hoeft ook niet te rekenen op geloofwaardigheid van zijn mededelingen.
Cornets' interpretaties van en reacties op de Beatrijs, op Vestdijk, Mulisch en anderen, die in dit boek als voorbeelden van zijn beschouwingswijze staan verspreid, zijn dan ook weer zo rommelig, uit de lucht gegrepen, ongefundeerd en ga maar door, dat alle kritiek zich weer als vanzelf aandient. Het is jammer voor iemand met zo'n explosieve combinatiedrang en ongebreidelde fantasie dat hij - daar gevolg aan gevend - zoveel weerstand móet oproepen. Maar het is onvermijdelijk, en begrijpelijk. Zijn literatuurmystiek, Cornets stelt het woord zelf voor als hij Ad Zuiderent corrigeert die van ‘literatuurtheologie’ had gesproken, is voor ingewijden, misschien alleen voor hemzelf, van waarde. Niet ten onrechte wordt hij dus miskend.
Wie schrijft wat ik nu citeer, verwerpt elke kritische benadering: ‘Mijn kritiek - ik zeg maar gewoon “kritiek” - toont een systematische ordeloosheid in denken, leven, lezen en voelen, met als doel te laten zien hoe de gevestigde orde meer en meer geïnfiltreerd wordt door het irrationele, en hoe dat laatste uiteindelijk die maatschappelijke orde verandert, omwoelt en vernietigt’. Cornets, de Vinkenoog van de literatuuressayistiek, verzet zich tegen elk, zelfopgelegd, kader en schrijft zelfs: ‘Ik heb schijt aan wetenschap, dat weet toch de eerste de beste idioot’. Het is moeilijk praten met zo iemand, er valt eigenlijk geen zinnig woord tegenin te brengen. Als eenmaal zelf gesteld is ‘dat intieme optiek gewoon onzin is, die het op zich genomen heeft af te rekenen met veel dat gevestigd is, of voor de hand schijnt te liggen; onzin die zich niet weerhouden laat door wat verboden is of taboe’, ja dan kun je wel ophouden. Dan moet Cornets het zelf ook maar weten en is er voor ons geen enkele reden om zijn boekje vol ars combinatoria te kopen.
T.v.D.