Regenboog. Jaargang 1(1918)– [tijdschrift] Regenboog– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] En nu de groene deur-schaduwe rust. En nu de groene deurschaduwe rust Op rein-geschuurde donker-blauwe vloeren, Nu lokt weer niets mijn tong tot smakenslust, En wil mijn hand den pap niet ommeroeren... 't Is de ûre straks, dat uit het lage huis Een klaarte valt, en Jesus aan komt kloppen, En na 't uitsterven van mijn deur-geruisch Me vraagt zijn steenen pijp te mogen stoppen. En als dan in den bedde-peluwput Mijn haar verwarrelt en mijn ooren suizen, Dan voel ik Jesus die mijn herte schudt En vreemde kriebels in mijn lichaam huizen. F. PAUWELS. Vorige Volgende