Stefan HertmansGa naar eind●
Het bonensnijdertje
Het was tomatenrood, niet veel meer dan een dertigtal centimeter groot, en ik hoorde mijn moeder vaak zeggen dat je het niet mocht laten vallen omdat het van ‘fonte’ was en dus kon breken. Fonte betekent gietijzer. Ik begreep niet dat ijzer kon breken als glas. Ik weet ook niet of het klopte, maar de mogelijke breekbaarheid van het rode molentje maakte dat ik het, onder haar keurende blik, omzichtig op de tafelrand zette, de schroef in verticale positie plaatste en het zorgvuldig vastschroefde. De groene berg lange, dikke bonen leek zo onoverkomelijk groot, dat ik me niet kon indenken dat hij helemaal door dat kleine molentje moest - de ovale opening, die achter aan het molentje gaapte, sperde geduldig haar ijzeren mond, een donkere vlek in het rood, net groot genoeg voor mijn onhandige vingers.
De eerste bonen duwde ik er telkens te omzichtig door, zodat de schilfers te klein waren, en dus ongeschikt. Ik had het gevoel dat het gat de bonen, en dus ook mijn duwende vingers, aanzoog; zodra ik de handeling te pakken kreeg, duwde ik dan weer te enthousiast, en plette ik sommige bonen, zodat mijn moeder het telkens weer even moest voordoen: niet zo, je moet net zo snel duwen als je aan het hendeltje draait. Wanneer ik er ten slotte in slaagde de twee handelingen op elkaar af te stemmen, kreeg de groeiende berg glad en schuin afgesneden schilfers iets droomachtigs; mijn moeder veegde ze met geregelde tussenpozen van de tafel in een kom, en wanneer ik door mijn voorraad heen was, nam ze een paar nieuwe grepen uit de ijzeren emmer aan haar voeten. De zaden die in de peulen zaten, werden in kleine witte stukken vermalen die in het groen oplichtten. Kijk zei mijn moeder, muizentandjes, zie je ze? Die gaan we straks zaaien, dan groeien er volgend jaar muisjes in de tuin.
Omdat ze me voortdurend waarschuwde mijn vingers niet in de opening mee te laten trekken met de sperziebonen, zag ik nu en dan in mijn verbeelding schilfers van vingers tussen de bonen glijden. Als de hele voorraad door het molentje was gegaan, werden de bonen in azijn opgelegd en ingemaakt in weckpotten.
's Winters, als de bonen in de pan werden gegoten en met ui en tomaat werden klaargemaakt, zag ik rode slierten als flinters van gemalen vingers tussen de bonen op mijn bord belanden en ik at geen hap.