De dichter Nicolae Labiş (1935-1956) was het wonderkind van zijn generatie. Zijn debuut Primele iubiri (Eerste liefdes, 1956) kende van meet af aan een overweldigend succes. Precies een week na zijn eenentwintigste verjaardag, in de nacht van 9 op 10 december 1956, viel hij na een avondje stappen onder een tram. Hij werd met een gebroken ruggengraat en ernstige verwondingen aan het hoofd naar het ziekenhuis gebracht, waar hij op 22 december overleed. Het officiële rapport vermeldt dronkenschap als oorzaak van het ongeluk - maar zoals altijd wanneer een wonderkind vroegtijdig de dood vindt, neemt het nageslacht geen vrede met zo'n stomme uitleg. In het postcommunistische Roemenië luidt de thesis dat Nicolae Labiş door de Securitate onder de tram werd geduwd, meer bepaald door Maria Polevoi, zijn scharrel van die avond, een danseresje in het leger. Als bewijs voor de politieke moord geldt zijn laatste gedicht, dat de jongeman in de morgen van 10 december, enkele uren na het ongeluk, aan zijn vriend Aurel Covaci dicteerde. De initialen van het terugkerende vers ‘Pasârea cu Clont de Rubin’ (de vogel met robijnrode snavel) vormen het letterwoord PCR, wat staat voor Partidul Comunist din România (Communistische Partij van Roemenië). Uitlegkunde of inlegkunde? Hoe het ook zij, het laatste gedicht werd het begin van een legende - en de mooie herinnering die Nicolae Labiş inderdaad is gebleven, werd er alleen maar mooier, ja zelfs al te mooi op.