Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2008 (nrs. 123-125)
(2009)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 147]
| |
Frans Budé
| |
[pagina 148]
| |
(Daß du so krank geworden, Wer hat es denn gemacht?)Voor het raam. Smachtend mijn armen,
benauwd het lijf, kleef ik bij u aan,
met smaak geklede liefste, roep ik u
in herinnering op. Ten overstaan van ons
een blad uit een boom onbedaarlijk
aan het vallen, even er iets zweeft,
een wonder tot aan het slingeren
aangestaard. Zie het gaan, een dans
die wij al kennen, zonder kreet volslagen
aan het zwieren, afdaalt in het niet.
| |
[pagina 149]
| |
Lieve Clara,ik steek de nacht over die kringelt
in mijn hoofd. Was het een droom,
wij die winter in Holland, de avond
zong een lied in ons, een maan als nu,
kaatsend boven de witte duinen, en ik
in mijzelf verstrikt tussen vele gestalten,
klampte u aan, vingers gespreid, uw huid
dichtbij, tot aan het eind verdrong
uw warmte de stem die in mij boven kwam.
| |
[pagina 150]
| |
(presto agitato)Op een dag dit spelen met elkaar,
traag en in de knoop het gras, er is
een zwaan gedood die nu onzichtbaar
op het water, totdat opnieuw te horen
de schreeuw die langs ons glijdt,
stervend voor mij uit, alsof men water
breekt en ik blijf kijken, drijf ik
in uw armen uit, onbestemd u tegen.
| |
[pagina 151]
| |
(Und aus dem Traum, dem bangen, Weckt mich ein Engel nur)Zo lang alles wegblijft, niet ergens een klank
zich verschoont alsof bedoeld, en stil en
zwart de beelden schuiven, keren,
schuiven, op lege plekken ook geen wind,
alleen vergeefsheid, alles overspoelend
waarin ik verdwijn. Onhandig tevoorschijn
herinner ik me wie ik ben die ik zoek.
U vraagt maar niet, ik zou moeten kiezen
uit wat niet meer is, telkens aangroeit,
sterft opnieuw onder asgrauwe populieren.
|
|