Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2008 (nrs. 123-125)
(2009)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 51]
| |
BernlefGa naar eind●
| |
[pagina 52]
| |
Het weinige
omdat het meer
dan voldoende is
●
Plotselinge kramp
die in iets anders verandert
iets nog veel ergers
●
Reprise
maar al spelend vergeten
van wat
●
Onder een glazen stolp
de notenweger
hun zwaarte metend
●
Franje van een tafelkleed
ritselend in de wind
in de van god en iedereen
verlaten tuin
●
Haar gezicht zo licht aangestipt
dat het verging
voor ik het wist
●
Hand die zich openvouwt
leegte ontvangt
en zich weer sluit
●
Wat is haar stem anders
dan een losgeraakte slinger
tussen de achtergebleven confetti
●
Op water lopen
is hier gerealiseerd
trippeling na trippeling
●
Zo niet, dan niet
Zo ja, dan ook niet.
●
Verloren voorwerpen
tooien zich met de glans
van hun verdwenen eigenaars
●
Triomfboog
halverwege
in de steek gelaten
●
| |
[pagina 53]
| |
Nadat je iets gehoord hebt:
‘Hoe zielsgraag zou ik het
nog eens horen’
●
Hoor ik dit goed
of is dit de uitademing
nadat iets gezegd werd
dat mij is ontgaan?
●
Eén grasspriet
en het hele gazon
bloeit op
●
Los te tornen
wat vast leek te staan,
vrijlaten wat
voorgoed verankerd leek
●
Het ritselen van een spitsmuis
op een verder verlaten planeet
●
Onder een microscoop:
oorverdovend
het gestamp van mieren
●
Ets van de muziektent
de ijzeren spijlen
verijlend in de mist;
het dak zweeft
●
Gerafeld lapje stof
niet groter dan een postzegel
Alles wat overbleef van
het immense kleed
●
Het lege schaakbord
ogen zien mogelijkheden
de gedroomde openingszet
●
Door het oog van de naald
drongen legers
tot aan de tanden gewapend
●
Het ogenblik, onbewaakt
kreeg even de ruimte
om te zijn
en er vervolgens in te verdwijnen
●
| |
[pagina 54]
| |
Op je rug in het gras
wegdrijvend met
wat daar boven je dreef
●
Het drama ontmanteld
door het ontwaken
alsof er niets was gebeurd:
dit gekortwiekt gevoel
●
Het glimlicht in een glas
traag dovend in de avond
●
De geheven hand
met het zwaard
losgerukt van de krijger
●
De scheur in het glinsterende
ijs schietend
geluidloos en niemand
om het te zien
●
Schoorvoetend het kind
dat met één teen in het water
ijlings terugdeinst
●
Hoe eeuwig leek de sneeuw
Nu de dooi is ingetreden
het pizzicato van kwikzilveren druppels
●
Druppels op een gloeiende plaat
spring levend
tot stoom omhoog gestoten.
|
|