Naar mijn gevoel is de lange roman, de romaneske roman, in de twintigste eeuw tot zijn einde gevoerd in experimenten als die van Joyce of Faulkner, of Beckett. Zij hebben het genre tot zijn uiterste volmaaktheid gebracht. Wij leven in een tijd van brave, weldenkende, gehoorzaam revolutionaire epigonen, die zo verschrikkelijk onderdoen voor hun modellen. Om de metafoor van de klassieke tragedie opnieuw te gebruiken, na Corneille en Racine was het afgelopen: nog twee eeuwen lang zijn er epigonen geweest, tot aan Ponsard, die een tijdgenoot was van Hugo. Maar het ding was dood. Schimmen.
Maar ik generaliseer te veel. Eigenlijk kan ik alleen voor mezelf spreken. Het geval wil dat mijn schrijfenergie, of mijn schrijfgenot, zich alleen ontplooit op de korte baan. Het bewonderenswaardigste artistieke gebaar vind ik dat van die oude, legendarische oosterse schilders die tien jaar lang niks doen, gaan wandelen aan de waterkant, en dan plotseling in twee minuten en drie penseelstreken een prachtige eend neerzetten. Dat staat mijlenver af van de slavenarbeid die onze tijd romanciers wil opleggen: een, zelfs twee boeken per jaar, veel pijn en moeite doorgebracht met het zoeken naar vulstof. Kort schrijven, dat is ook, ideologisch gesproken, ontsnappen aan de valstrik van de productiviteit, van het vrije ondernemerschap, van de markt.
U wilt uw lezers toch niet doen geloven, Pierre Michon, dat uw literaire producties uit de hemel komen vallen?
Natuurlijk niet, en natuurlijk werk ik erg hard, maar nooit lang. Wat ik van mezelf vraag en wat ik misschien vraag van de literatuur is dat het redigeren van een tekst een fabelachtig verbruik van energie is, blind maar hyperbewust, huilend en lachend, beperkt in duur, net als de paring.
Wat u over de vorm zegt, is ook terug te vinden in de inhoud van uw vertellingen, maar naar mijn gevoel vind je er ook, naast die fonkelingen, de lange duur, gevoelens, datgene wat alleen in de zeer lange duur van een leven - of zelfs van de geschiedenis - zichtbaar wordt.
Ik zeg vaak (ik begin af te takelen) dat wat je leest op een grafsteen de zuiverste vorm van duur is. Die en die, 10 maart 1912, 2 juli 1988. Je kunt dat beschouwen als een ellips, maar tegelijk is die ellips een hyperbool. En mijn verhalen zijn nu juist vaak opgebouwd rond een hyperbolische ellips. Laat ik