‘Net als wij,’ roept de moeder die binnenkomt met een mooie dekschaal in haar handen omdat ze de onverwachte gast niet zoals gebruikelijk het eten wilde voorzetten in de pannen waarin het was gekookt.
‘Is dat zo?’ informeert de gast.
‘Ja, dat is zo,’ zegt de vader. ‘Ik kan me niet heugen dat wij ooit ergens onenigheid over hebben gehad.’ Zijn vrouw knikt terwijl ze de schaal met dampende aardappelen op een onderzetter plaatst. De gast heeft intussen een kaartspel tevoorschijn gehaald en vraagt Tom een bepaalde kaart in gedachten te nemen, schudt het spel grondig, spreidt het uit tot een waaier en zegt: ‘pak hem maar.’ Tom kijkt hem ongelovig aan, pakt dan een willekeurige kaart en ja hoor, dat is hem: schoppenboer!
‘Jongens, laat meneer Lageveen eens met rust, we gaan eten,’ roept de moeder. De vader kijkt haar fronsend aan maar de gast stopt lachend de kaarten in zijn zak en klopt de jongens op de rug. ‘Lekker smullen,’ zegt hij en vouwt het servet op zijn schoot.
‘We kunnen u helaas geen wijn aanbieden,’ zegt de moeder terwijl ze water inschenkt, ‘wij drinken namelijk niet.’
‘Mijn ouders waren geheelonthouders,’ zegt de vader, ‘en ach, dan doe je het zelf ook niet.’ Nee, de moeder heeft niet zo'n achtergrond maar ze geeft er niet om.
‘Och,’ zegt de gast, ‘dan maak ik toch gewoon mijn eigen wijn. Kijk jongens.’ Hij draait een paar keer met de palm van zijn hand boven het glas en ineens is het water rood gekleurd. Hij zet het glas aan zijn lippen en maakt proevende geluiden.
‘Hm, mooie neus en een stevige afdronk. Zullen we er maar weer water van maken? Dat is wel zo aardig voor pappa en mamma, hè?’ Hij maakt weer een draaiende beweging boven het glas en de rode kleur trekt langzaam weg. ‘Bravo!’ roept de moeder en klapt in haar handen. De kinderen klappen een beetje mee maar zijn eigenlijk nog te veel onder de indruk van het wonder.
‘Het is een oude truc,’ zegt de gast en wendt zich glimlachend tot de ouders. Tijdens het eten vraagt hij de vader naar zijn werk. Hij is administrateur bij een middelgroot handelshuis, op tien minuten fietsen hiervandaan. De moeder is huisvrouw, zegt ze, ze heeft haar handen vol aan de tweeling, lacht ze.
Nu moeten de kinderen echt naar bed. De gast stelt voor ze een verhaaltje