Bij wijze van inleiding
Erik Lindner
Ik heb een keer een zomer bij de gemeentereiniging gewerkt. Om vier uur 's ochtends op om het strand van Scheveningen met een hark uit te kammen. Weghalen wat dagjesmensen op de boulevard achterlieten. Katoenen handschoenen aan. De vlag in de houder van de visboer steken, die er niet bij kon.
Dichters schrijven niet alleen gedichten en niet altijd. Er zijn landen waar andere teksten van een dichter een zekere status hebben. Kronieken, reisbrieven, cahiers. Persoonlijke opstellen die de wetenschappelijke kaders van het essay negeren. Teksten zonder schil, zo u wilt. Dat heeft avontuurlijke boeken opgeleverd. Maar hoe zit dat in Nederland?
Omdat ik wil weten wat dichters schrijven als ze geen gedichten schrijven, bestaat dit nummer uit bijdragen die meerdere gezichten van een dichter laten zien. Dat kunnen aantekeningen zijn naast het gedicht dat uit die aantekeningen is voortgekomen, zoals bij Eva Gerlach en Thomas Möhlmann. Het kan een gedicht en een tekst in een ander genre zijn. In dit nummer valt dan ook voor het eerst te lezen hoe Erik Menkveld klinkt als auteur van een historische roman. Maar het kan ook een tekst zijn die men met het nodige gevoel voor spraakverwarring een prozagedicht noemt. Een niet-gedicht. Iets dat op een gedicht lijkt en er aan verwant is, maar toch anders is opgesteld en neergeschreven. Eilanden in het oeuvre. Teksten die aan hun naam ontsnappen, die alle maatstaven en genre-indelingen in de wind slaan, waar nieuwe planken voor moeten worden gezaagd, nieuwe wagens om op te laden en mee uit te rijden.
‘Wie iets geheim wil houden heeft geen ander middel tot zijn beschikking dan theater,’ vertelt Jan Baeke in dit nummer. Hij kiest voor de vorm van de brief, maar is het een fictieve brief? Als Francis Ponge niet over de dingen maar over de wind schrijft, krijgt hij er een concurrent bij. Vertaler Piet Meeuse heeft het over ‘het verfrissend effect van een avondbriesje na een bloedhete zomerdag.’ Tomas Lieske legt aan William Shakespeare uit hoe er in deze tijd met zijn stukken wordt omgesprongen, wat een begrip als film inhoudt. En vertelt over de drijfveren van zijn laatste roman.