voor haar blinde pas.
Birgit, toe nou. Blijf. Kijk. Dan kijk ik ook.
Daar was ze opnieuw, La bionda Renée. Dit keer leek het of ze om een hoek tevoorschijn kwam voor een verrassingsaanval.
Zij hield haar verlangen niet verborgen. Ze wilde Birgit. En deze keer liet ze niet los. Birgit had geen keus. Ze keek terug. Ze deed haar hersens op slot, maar ze ontkwam niet aan de zuigkracht van Renée's nanatte ogen. Ze begreep.
Triestigheid trok Birgit aan haar haren, haar knieën knikten van verdriet. Ze zag de schaduw onder het oog, het eerste vermoeden van een kerfje in de bovenlip. De hals stond niet meer strak boven het kruisje, een gouden sieraad zolang je jong bent maar vanaf een zekere verjaardag verwijst het plotseling naar de dood. We moeten niet bang zijn, bionda Renée. We provoceren, en we blijven naïef. We geven ons bloot, we zullen eens zo onverschrokken zijn. Zo winnen we iets terug dat groter is dan wat ons wordt afgenomen.
Renée liet zich niet troosten, ze slorpte Birgit op, maar die kwam tot zichzelf. Ze stapte achteruit, danste tegen een rolstoel met veel inhoud, schopte en vloekte en zoefde weg.
Ik doe wat ik wil, ik ga en ik sta, donder op schilderij. Weg tuthola met je huilsmoel. In de zaal stak iemand een paraplu op. Een man. Breed gezicht, lage wenkbrauwen boven ogen zo zwart alsof je in het duister van zijn hersens keek. Meer onderlip dan bovenlip. Hij nam Birgits arm.
‘Kom. Kom in mijn luwte.’
De scherpe geur van sardines.
‘Ik heet Dedo.’
De zachte geur van olijfolie.
‘U hebt een prachtige hals.’
‘O. Dank u voor het compliment.’
‘Is geen compliment. Is de waarheid. Het is niet de tijd voor complimenten, het weer is er niet naar.’
Zijn hand zakte naar haar middel, ze veerde mee met zijn slepende pas.
‘Bent u wel eens geschilderd?’
‘Nee. U?’
Hij gaf geen antwoord maar legde haar achterover en trok zijn arm weg. Ze viel en ze viel, tot hij haar toch opving en met een ruk in haar nek op haar voeten zette, zijn eigen voet ertussen, haar schaambeen op zijn dij.
Het deed pijn. Het was straf. Het was heerlijk.
Hij hield alleen van zichzelf maar hij hield Birgit beet of ze deel van hem uitmaakte, dus dat was geen probleem. Hij was slecht nieuws voor een vrouw en daarom eens zo fascinerend. Verliefd op zichzelf om-