Vorig nummer
Filippica raster 109
De Rasterredactie was benieuwd of Nederlandse schrijvers te verleiden zouden zijn tot een filippica tegen ‘iem. of iets’- zoals Van Dale het noemt: ‘(fig.) hevige strafrede (tegen iem. of iets)’, als tweede betekenis naar de redevoering door Demosthenos tegen Philippos van Macedonië. Bij nader inzien besloot de redactie ook ruimte te bieden aan lofredes. De uitnodiging leverde straf- dan wel lofredes opvan o.a. Kees Fens, Hugo Brandt Corstius, Maarten Asscher, Cyrille Offermans, Gerrit Krol, Willem van Toorn, Tomas Lieske, Pieter Hilhorst en H.H. ter Balkt tegen of voor zulke uiteenlopende personen en zaken als Erasmus, de nieuwe bibliotheek, de onderzoeker, rijksbouwmeester Jo Coenen, de papegaaien van Artis. Piet Gerbrandy en Luc Devoldere schreven beschouwingen over de retorische traditie.
Piet Meeuse vergeleek ‘echte’ historische toespraken met die van literaire figuren als Max Havelaar en Don Quichot. Hij vertaalde ook van Francis Ponge ‘Mondelinge poging’.