| |
| |
| |
Willem van Toorn
Meeste stemmen gelden
Dat was democratie, op de speelplaats van de lagere school: als je iemand
monddood wenste te maken die een onafhankelijk standpunt innam, dwars lag, zich
probeerde te onderscheiden - dan schreeuwde je dat met de meerderheid der
gelijkgezinden: ‘Meeste stemmen gelden.’ Hoe gemakkelijk dat tot terreur tegen
minderheden of eenlingen kon leiden, kon je niks schelen; je oefende voor het
echte leven en daar was groepsvorming een onderdeel van.
Het lijkt erop dat steeds meer lieden die het in het publieke leven voor het
zeggen hebben, nooit afscheid hebben genomen van het schoolplein, en menen dat
op alle terreinen de meeste stemmen gelden en daarmee uit. Een jaar of dertig,
veertig geleden dachten veel politici dat misschien ook wel,
maar ze haalden het niet in hun hoofd het hardop te zeggen; er werd van ze
verwacht dat ze zelf standpunten hadden en hun oren niet voortdurend lieten
hangen naar wat de grootste schreeuwlelijken wilden. Ze zaten natuurlijk in een
regering, een kamer of een ander vertegenwoordigend orgaan omdat ze door een
meerderheid waren gekozen; maar dat betekende niet dat ze hun verstand en hun
geweten uitschakelden bij het regeren of besturen. Als ze de meerderheid niet
overtuigden door hun daden, kon die ze na vier jaar naar huis sturen; maar in de
tussentijd werden ze geacht zelf te denken. Populisme was het laatste waarvan ze
verdacht wilden worden.
Dat gold trouwens niet alleen voor politici, maar ook bijvoorbeeld voor mensen
die leiding gaven aan omroepen, uitgeverijen, universiteiten en scholen. Ik
probeer hier niet een beeld te schetsen van een soort Gouden Eeuw van normen en
waarden, zoals die tegenwoordig voortdurend aangeroepen worden door
volksvertegenwoordigers die rijk zijn geworden aan de pornohandel: ook toen was
de wereld niet vrij van meelopers, klungels, domoren, huichelaars, leugenaars en
angsthazen, maar daar kon je ze tenminste vaak nog persoonlijk op aanspreken.
Hoezeer het idee van een altijd gelijk hebbende meerderheid gemeengoed is
geworden, blijkt uit de uitspraak van een Amsterdamse wethouder, een jaar of wat
geleden, die wegens gevaarlijk rijden onder invloed door de politie was
aangehouden. In plaats van zijn verantwoordelijk-
| |
| |
TEN BERGE NIEUWENHUIJZEN BERNLEF VOGELAAR DE MEIJER BAKX OFFERMANS TENTIJE VAN TOORN MATSIER MICHEL DE VOS MEEUSE AARSMAN ACHLEITNER ACHTERHUIS ADÉ AKERMAN AMANN AMANSHAUSER ANCER
ANDRIESSEN ANKER APPELMAN ARISTODEMO ARNOLDY ARONDS ARP ARREOLA ARTAUD
ARTMANN ASHBERY ASOR ROSA ASSCHER AUERBACH AUGUSTINUS BAAL
BAART BACHELARD BACHTIN BAEKE BAI HUA BAIER BAKKER BALAVAT BALIBAR
BALTRUSAITIS BARBEDETTE BARTEN BARTH BARTHELME BARTHES BARTOW BARUCHELLO
BATTUS BAUDRILLARD BAUER BAYER BECKER BECKETT BEEKMAN BEI DAO BEKKERING
BEKKERS BEN JELLOUN BENEŠ BENET BENJAMIN BENN BENOÏT BERANOVA BERARDINELLI
BERGER BERGGREN BERNHARD BES BEURKENS BIEGEL BIEMANS BIENERT BIJSTERBOSCH
BISHOP BLANCHOT BLOEM BLOEMEN BLOK BLOKKER BLUE CLOUD BLUMENBERG BLY
BOEKHOUT BOELENS BOENDERS BOERSMA BOGDANOVIC BOLHUIS BÖLL BONNEFOY BONSET
BOOMSMA BOONSTRA BOORSTIN BORGART BORGES BOUMAN BRAGDON BRAKMAN BRANDS
BRASSINGA BRAUN BRECHT BRENDEL BREUKER BREYTENBACH BRINK BRISSET BROENS
BRONZWAER BROUWERS BUCI-GLUCKSMANN BUDÉ BUÑUEL BURGER BURSSENS BUTOR BUXTON
CABRAL DE MELO NETO CAILLOIS CALASSO CALVINO CAMINI
CAMPANA CAMPANELLA CAMPERT CAMPORESI CAMUS CANETTI CARDUCCI CASTLE CELAN
CELATI CERNIK CERONETTI CHARITONOV CHARMS CHARTERS CHLEBNIKOV CHRISTENSEN
CIORAN CISNEROS CLAES CLAUS COLLOBERT COMMANDEUR COMMERMAN CORNETS DE GROOT
CORTÁZAR CREELEY CUYPERS DALMJJN DARVASI DAUTZENBERG DC
NIJS DE BEAUVAIS DE BLÉCOURT DE BRITO DE BRUIN DE FOURNIVAL DE GROOT DE HAAN
DE HEER DE KOM DE LANGE DE MELO E CASTRO DE MEYER DE MONDT DE MOOR DE PAUW
DE RODER DE ROOY DE RUIJTER DE SAUSSURE DE VOOGD DE VRIEND DE WINTER DE
WISPELAERE DE WOLFF DEDINSZKY DEHMEL DEKKERS DELACAMPAGNE DELEUZE DELPEUT
DEMAN DEN BOEF DEN OUDEN DENISSEN DETIENNE DIDERIC DIDEROT DOCTOROW DODGSON
DOJCINOVIC DOKTER DONNE DORRESTIJN DOS PASSOS DOSTOJEWSKI DOWSON DRAAISMA
DRESDEN DROS DROSCHER DU BOIS DU BOUCHET DUBOIS DUCHAMP DUINKER DUNLOP DUNN
DUODUO DURAS DURY DUTLI ECO EDSON EEKMAN EICH EIJKELBOOM
EINSTEIN EISENSTEIN EKKERS EKMAN ELIAS ELSHOUT ELZINGA ENSSLIN ENZENSBERGER
ERB ESQUINCA EVANS EVERS FAHLSTROM FANTHORPE FARIA FAVEREY
FAYE FELL FENS FERREIRA FERRON FIELDING FISHER FLAKER FOKKELMAN FOLGORE
FOUCAULT FOURIER FRANK FREGE FREIHOW FREUD FRIBERG FRIJHOFF GADDA GADDIS GEERTZ JR. GENET GERLACH GIACOMETTI GILLIAMS GILS
GINZBURG GISPEN GOLDBARTH GOLDSCHMIDT GOLL GOMBROWICZ GOUX GRAFTDIJK GRAHAM
GRASS GRAY GREINER GRENIER GROENEWEGEN GROOT GROSZ GRÜNBEIN GRYGAR GUERRA
GUGLIELMI GUILLEVIC GUIMARAES ROSA GULLAR GUSTAFSSON HAAKMAN HAASSE HABERMAS HAFT HAGENAARS HAMELINK HANLO HANNAN HARDING
HARRIS HAUGEN HAVAS HAVEMAN HAWKES HEANEY HEGENER HEITE HENDRIKS HENNIG
HERBECK HERBERT HERMANS HERTMANS HERZFELDE HESSEL HEUMAKERS HEYMANS
HILDESHEIMER HILL HILLENIUS HIN HODINOS HODROVÁ HOFMAN HOFSTEDE HOLBEIN
HOLBERG HOLTROP HOLUB HOLZHAUS HONINGH HOPPER HORSTMANSHOFF HOSTE HOTZ
HOULIHAN FLYNN HOUPPERMANS HRABAL HSIA YÜ HÜBLOVÁ HUGHES HUGO HUIZINGA IDEMA IJSSELING INGOLD IVES JACOBSEN
JANSSEN JANZ JARRY JAYET JEAN PAUL JESI JONGSTRA JOOSTENS JOYCE & CO
JÜNGER JURG KAAS KACIMI KAFKA KÁNTOR KATCHOR KEATON KEIZER
KEMPOWSKI KERMANI KERNOVSKAJ KESSELS KEULEMAMS KIESERITZKY KING KINGMEROET
KIRSCH KLEE KLEJMAN KLOOS KLUGE KLUNDER-HOF KNIBBE KOELEWIJN KOEPPEN KONRÁD
KONWICKI KOOPMANS KOPLAND KORNHAUSER KOUSBROEK KOUWENAAR KOVAC KRACAUER
KRAMER KRAUS KRISTEVA KRLEŽA KRONAUER KRÜGER KRUITHOF KRYSINSKI KUIJER
KUIJPER KUIPERS KUPERUS KUSTERS KUYPER LAMBERT LAMOTH LANE
LANGEVELD LAPINSKI LAPOUGE LATRAVERSE LATTINI LAURE LE CLERC LE LIONNAIS
LECLEZIO LEDDA LEIJDESDORFF LEIRIS LEJEUNE LEM LESENER LESMAN LEZAMA LIMA
LIESKE LINDERS LINDGREN LINDNER LISPECTOR LOCHHEAD LOERJEE LOFTING LOGIE LOI
LOWELL LUCASSEN LUCEBERT LUCIC LUNDKVIST MAAS MACHEREY
MAGRITTE MAK MALLARMÉ MALOUF MANDELSTAM MANGANELLI MARGVELASJI MARIJNISSEN
MARINETTI MARKERINK MARTENS MARX MATSIER MATTENKLOTT MAYER MEIJER MEIJSING
MENGELBERG MENKVELD MERCKS MERRILL MERTENS MERWIN MICHAUX MICHIELS MIDDLETON
MIFKA MIJKSENAAR MIKKERS MILETITSJ MILOSZ MINCO MOEYAERT MOL MONTEL
MORGENSTERN MORGNER MÖRING MORTEL MORUS MOSBAHI MOYAERT MULDER
MULDER-GWAMOEBOEGNOE MÜLLER MULTATULI MURRAY MUSIL MUTSAERS MYNONA MYSJKIN
NAAIJKENS NABHANY NÁDAS NAGEL NAUDÉ NEZVAL NIJMEIJER
NOORDERVLIET NOORDHOEK NOOTEBOOM NORMAN NORTHE NOSSACK NOTE NOTENBOOM
NOVALIS O'HARA OBERMÜLLER OBERSKI OEGEMA OFFERHAUS
OKOPENKO ORANJE ORTHEL OSSIP OTTEN OTTERSPEER OVERSTEEGEN PALAZZESCHI PALM PANIZZA PARRA PASCAL PIA PAVESE PEEREBOOM PEETERS
PELGROM PENNINGS PEREC PETRI PETZINIS PFEIJFFER PHYSIOLOGUS PIERSSENS
PILINSZKY PINGET PLEIJEL PLEYSIER PLOEGMAKERS POE POGACIC POLET PONGE
PONTALIS POPA PORSON PORTA PORTELLI PRICK PROCHÁZKA PRÖPPER PYNCHON QIONGLIU QUAK QUENEAU RAAB RAAIJMAKERS
RASCH RAVEN RAWORTH REE REICHARDT REINSMA REINTS REISEL RENARD REUGEBRINK
REVERDY RIGAUT RIJSER RILKE RITZERFELD RIVIÈRE ROA BASTOS ROBBERECHTS ROCHE
ROSEI RÓSEWICZ ROSSI ROSSITER ROTH ROTHENBERG ROUBAUD ROUSSEL RÜHM RUS
RUSSELL SABARTE BELACORTU SABINES SANGUINETI SARRERA
SAVINIO SAVITZKAYA SCHAAFSMA SCHEERBART SCHELLINX SCHEPEL SCHIERBEEK
SCHIPPERS SCHLESINGER SCHMIDBAUER SCHMIDT SCHNURRE SCHOLZ SCHÖNBERGER
SCHRÖDER SCHUYT SCHWARTZ SCHWERNER SCHWITTERS SCIASCIA SEELIG SEFERIS
SEGALEN SEIFE SEIFERT SERRES SHEELER SIEGEL SIERHUIS SILVA CARVALHO SIMIC
SIMON SIMONS SINJAVSKI SJALAMOV SJÖGREN SKLOVSKIJ SLOTERDIJK SMABERS SMITS
SNEL SNYDER SOFFICI SOFSKY SONG LIN SONNEVI SPENGLER SPIES SPINNER STAMELMAN
STARINK STAROBINSKI STEINBERG STEINER STERNE STEVENS STIGTER STOUTE STRAND
STUIVELING SUNDMAN SWAAN SWART SWIFT SYLVESTER SZYMBORSKA TADINI TARN TASCHAU TATE TELLEGEN TEMPELMAN TER BALKT TER MEULEN
TERKEL TERREEHORST 'T HART THEMERSON THÉVOZ THIELEMANS TILROE TINGJIAN
TODOROV TOMLINSON TOPFFER TORNQVIST TORTEL TOZZI TRANSTROMER TROUSSON
TSCHIRTNER TUCHOLSKY TUNSTRÖM UGRESIC UNGAR URMUZ VALÉRY VALLEJO VAN ALTENA VAN AMERONGEN VAN BOXSEL VAN
BOXTEL VAN BUUREN VAN CREVEL VAN DAALEN VAN DALEN VAN DE AKKER VAN DE ASSEM
VAN DE POL VAN DEN BERG VAN DEN BREMT VAN DEN BROECK VAN DEN HOEK VAN DEN
HOOFDAKKER VAN DEN HOVEN VAN DER HARST VAN DER HEIJDEN VAN DER HOOFD VAN DER
KEUKEN VAN DER KNAAP VAN DER KOOI VAN DER LEEUW VAN DER MEER VAN DER STAAK
VAN DER STARRE VAN DER STERRE VAN DIJK VAN DIXHOORN VAN EERD VAN GENK VAN
HALSEMA VAN HEE VAN HEEMST VAN KEMPEN VAN LEEUWEN VAN LIESHOUT VAN LUXEMBURG
VAN MARISSING VAN MARKEN VAN MONTFRANS VAN NIEROP VAN OOSTROM VAN OSTAIJEN
VAN PINXTEREN VAN REE VAN REST VAN ROSSUM VAN ROSSUM GUYON VAN SETTEN VAN
SLOOTEN VAN VLIET VAN WEELDEN VAN WESTERLOO VAN WOUTEN VAN ZOMEREN VAN
ZUYLEN VAN ZWIETEN VANDENBERGH VEGTER VERBART VERDAASDONK VERDEGAAL VERHOEFF
VERRIPS VIEWEGH VINK VINKENOOG VISCHER VOETEN VOLLEMANS VON UEXKULL VONDER
VOS VROMAN WADLEY WAISVISZ WAJCMAN WALRECHT WALSER WANG
JIAXIN WAT WATSON WEEBER WEIDMANN WEÖRES WES WHITE WIEBES WIEGMANN WIENER
WILBUR WILLEMSEN WILLIAMS WITKIEWICZ WITTGENSTEIN WITVLIET WOLDENDORP
WOLDHEK WOLF WÖLFLI WOLFSON WONDRATSCHEK WOUDSMA WYSOCKI XI CHUAN YOUNG YUAN MEI ZALICA
ZEČKOVIČ ZEEMAN ZÉRAFFA ZHAI YONGMING ZONDERLAND ZONNEVELD ZOTL ZÜRN
ZUYDERLAND ZWAAL:
100X RASTER
| |
| |
heid te dragen en af te treden, deelde hij de pers mede dat hij zou aftreden als een meerderheid van de raad dat wenste. Die meerderheid
was er natuurlijk niet, want zijn eigen partij had de macht, en de man bleef
zitten. Uit de grijze oudheid van de vroege jaren zestig herinner ik mij het
tegenvoorbeeld: een christelijke minster die aftrad toen hij door de douane werd
betrapt op het over de Belgisch/Nederlandse grens meenemen van een kistje
sigaren, zonder dat aan te geven. Dat daarover gestemd zou kunnen worden, kwam
niet eens in zijn hoofd op. Het referendum, dat zo langzamerhand het enig
overgebleven paradigma van vernieuwing in de Nederlandse politiek lijkt, heeft
ook niets met democratie te maken; het is een demonstratie van gebrek aan geloof in de democratie. Als je te lamlendig bent om zelf
verantwoordelijkheid te dragen, verschuil je je achter de meerderheid.
Als er één terrein is waarop overheden nooit zouden mogen wegkruipen achter de
regels van het schoolplein, is het dat van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen -
zoals dat ministerie ooit terecht heette, voordat het laffe Welzijn en Cultuur
zijn intrede deed. De initialen O, K en W gaven aan dat de overheid zich
verantwoordelijk voelde voor die drie gebieden, dat men besefte dat een
samenleving die de vorming van jonge mensen, de ontwikkeling van haar kennis en
het geestelijk zelfonderzoek dat alleen door de kunsten kan worden verricht niet
serieus neemt, stilstaat en dus achteruit gaat. De overheid zag het als haar
taak toe te zien op de kwaliteit van het werk op die terreinen, en de condities
te scheppen waaronder scheppende geesten zich konden ontplooien. Het hoefde niet
te worden uitgesproken, maar men realiseerde zich kennelijk maar al te goed dat,
als men referendumgewijs te werk zou gaan op het gebied van onderwijs en
kunsten, de leerplicht afgeschaft zou kunnen worden, het Concertgebouw bespeeld
zou worden door André Rieu, Marco Borsato en een operettegezelschap, en het
Stedelijk Museum vol zou hangen met Rien Poortvliet en Anton Pieck. (Voor het
gemak gebruik ik maar hedendaagse voorbeelden.) U wilt wel van mij geloven dat
ik niets tegen al die middenstanders van de kunstnijverheid heb, zolang maar
niet het misverstand bestaat dat het allemaal iets met kunst te maken heeft. Als
u denkt dat het zo'n vaart niet zal lopen, herinner ik u eraan dat de nieuwe
cultuurwethouder van Amsterdam onlangs meende dat er toch nodig eens operette
moest worden opgenomen in de programmering van het Holland Festival. Zelf,
bekende zij aan een journalist, hield zij het niet droog bij het aanhoren van
een Volendams of Marker zangertje dat over zijn dode grootmoeder zingt.
Alweer: ik beweer niet dat vroegere bestuurders zulke verlichte gees- | |
| |
ten waren dat zij allemaal snapten wat er plaatsvond op het gebied van
onderwijs, kunst en wetenschappen; maar ze waren snugger genoeg om door te
hebben dat een samenleving die niet regelmatig met een stok in haar ziel roert
(om een treffende uitspraak van Gerrit Krol te lenen)
gedoemd is in domheid en zelfgenoegzaamheid onder te gaan. Die stok wordt niet
geleverd door havenbaronnen, Volendamse volkszangers, aanleggers van
Betuwelijnen of groeiprofeten die menen dat een van de kleinste landen van
Europa de grootste luchthaven zou moeten hebben, maar door kunstenaars, bevlogen
onderwijsmensen, denkers en onderzoekers. De Nederlandse overheid denkt echter
al een reeks kabinetten lang dat ‘cultuur’ er is om de meerderheid naar de mond
te praten en dat het onderwijs zich dient te verlagen tot wat kinderen ‘leuk’
vinden. Trouwens, waar Nederlandse uitgevers vroeger nog wel eens vol trots in
advertenties meldden dat ze meenden een belangrijk, baanbrekend boek voor de
lezer te hebben, proberen ze ons nu te overtuigen met kreten als ‘Nu al 30.000
verkocht!’ De macht van het getal.
Soms vraag ik me verbijsterd af hoe ‘ze’ het voor elkaar hebben gekregen, en wie
‘ze’ eigenlijk zijn.
In de jaren zeventig en tachtig werkte ik soms met groot plezier mee aan een
aantal radio- en televisieprogramma's. Van de radio herinner ik me vooral een
literatuurprogramma dat ik voor de vara bedacht, samen met
een geheel vergeten maar voor wie met hem werkte onvergetelijke regisseur, Ad
Löbler. Ik koos bijvoorbeeld voor Siem Vroom, één van de begaafdste Nederlandse
acteurs als het om begrip voor en behandeling van teksten ging, teksten van oude
of moderne schrijvers, die hij onnavolgbaar las in een programma dat drie
kwartier mocht duren. Ik herinner me dat ik naast hem zat toen hij gedichten van
Hooft las, en zag hoe hij de door mij overgetypte en gekopieerde gedichten
voorzien had van een geheel eigen kriebelschrift van accenttekens, pauzes,
stijgende en dalende zinsmelodieën. Ik herinner me niet anders dan dat we
maakten wat me mooi vonden, dat we niet op het idee kwamen voor luisteraars op
onze hurken te gaan zitten, en dat we ervan overtuigd waren dat het zin had wat
we deden. Het was niet geheel toevallig dat we voor de vara
werkten: in dat bolwerk van de sociaaldemocratie was het idee dat kunst de
emancipatie van de sociaal minder bedeelden kon dienen nog niet helemaal
verdampt. (Ongeveer in die tijd schreef Guépin in zijn wonderlijke werk De beschaving dat het van het grootste belang voor de
democratie is, zich in te zetten voor de geestelijke ontwikkeling van de
maatschappij, opdat de elite die kan deelnemen aan het debat over de samenleving
zo groot mogelijk wordt, want ‘...hoe groter die elite is, hoe democratischer de
samenleving.’ Inmiddels is | |
| |
‘elite’ een scheldwoord voor lieden die
hun leesbril niet alleen gebruiken om te kijken wat er op het kraslot
tevoorschijn komt.)
Voor de televisie mocht ik wel eens meedoen aan een nos-programma als Beeldspraak, dat onvergetelijke
uitzendingen over kunst maakte, vaak naar ideeën van Jan
Venema, K. Schippers, J. Bernlef en filmer Kees Hin. En met collega's als Wiel Kusters en Martin
Reints schreef ik teksten voor de eigenwijze documentairemaker Henk
Renou, die gefascineerd was door veranderingen in het landschap en door
architectuur. Wat ik me van dat werk herinner is vooral het plezier van alle betrokkenen, van tekstschrijver tot cameraman en
geluidsman, en de volstrekte overtuiging dat het van grote betekenis was de
ontwikkelingen in de kunsten helder te laten zien. Eenzelfde overtuiging
doordrong het werk van documentairemakers als Cherry Duins en Hans Keller, die
bij de vpro de ruimte kregen om films te maken over zulke
slechts in kleine kring bekende schrijvers als Walter Kempowski en Raymond
Queneau. Het besef van het belang van zulke programma's en van
de taak die de publieke omroep had te vervullen, wordt door niets beter
gesymboliseerd dan door het zelfbewuste omroepcomplex dat in Hilversum was
gebouwd. Voor alle tijden, leek het, was dat complex van studio's en kantoren
het teken van de opvatting dat omroepen iets te melden hadden dat van belang was
voor ons allen. Niets maakt de uitholling van het begrip cultuur beter zichtbaar
dan de uitverkoop aan commerciële pretfabrieken van dat complex.
Halverwege de jaren tachtig begon in mijn herinnering de aantasting van die
overtuiging en dat zelfbewustzijn door de onstuitbare opkomst van het begrip
‘kijkcijfers’. Omroepbazen, die door een steeds meer om ‘marktwerking’ roepende
overheid gedwongen werden om niet in de eerste plaats over kwaliteit en
identiteit van hun uitzendingen maar over aantallen kijkers te denken, verloren
hun zelfvertrouwen en het geloof in hun medewerkers sneller dan een
beursspeculant van een wolkenkrabber kan vallen. Bleek om de neus vertelden ze
redacteuren en regisseurs dat er ‘maar’ zeshonderdduizend mensen naar hun
veelgeprezen uitzending hadden gekeken, en dat de zo mooi besproken radioserie
slechts honderdduizend luisteraars had bereikt. In plaats van verbluft te zijn
over zulke indrukwekkende aantallen, werden ze zenuwachtig door het gegeven dat
naar andere programma's miljoenen hadden gekeken. Te moeilijk
was het. Te elitair. In plaats van te maken wat je zelf van betekenis vond,
moest je op zoek naar wat de mensen leuk zouden vinden. Uitzendingen van Beeldspraak werden steeds later op de avond en uiteindelijk in
de nacht geplaatst. Documentairemakers kregen te horen dat ze ook eens simpeler
en vooral actuele onderwerpen moesten aandurven. De grote
sociaaldemocraat Marcel van Dam | |
| |
vond als vara-chef dat programma's die minder dan een miljoen kijkers trokken
eigenlijk niet bij de omroep thuis hoorden. De imposante decorstudio's op het
nos-complex moesten proberen ook geld uit de markt binnen
te brengen; ik zal nooit vergeten dat je waarnam hoe de onttakeling van al dat
vakmanschap ermee begon dat fantastische decorbouwers een stand voor de
Jaarbeurs stonden te timmeren. Maar het duidelijkst werd de vernietiging van het
zelfbewustzijn vertolkt door een in een imposant kantoor gezeten Hoofd
Televisie, toen Henk Renou en ik hem een voorstel voor een documentaire uiteen
kwamen zetten. Hij vroeg één van zijn nieuwe, verplicht aangestelde dramaturgen
erbij te komen zitten, en sprak na ons betoog tegen deze medewerker de
onvergetelijke woorden: ‘Daar kunnen we ons geen buil aan vallen’. De jonge
dramaturg fluisterde na afloop op de gang eerbiedig tegen ons dat hij zijn baas
zelden zo enthousiast had gezien.
Het gebeurde overal. Het onderwijs moest de markt op dus moest het verleukt
worden. Het zogenaamde frontaal-klassikale onderwijs, met een meester of juf die
fantastisch kon vertellen, was al uit den boze. De dag in het Nederlandse
onderwijs werd geopend met het kringgesprek waarin kinderen hun belevenissen
vertelden. Maatgevend was niet wat volwassenen kinderen dienden te leren, maar
wat zo mooi ‘het niveau van het kind’ heette.
Alles van waarde moest gepopulariseerd worden en vervolgens op die populariteit
afgerekend. Universiteiten worden betaald naar aantallen afgestudeerden, ze
hangen reclameborden aan de tram en proberen studenten te trekken met
pretopleidingen en colleges in een Engels waar de honden geen brood van lusten.
Ziekenhuizen worden niet meer afgerekend op hun kwaliteit maar op aantallen
verwerkte patiënten. Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs
beconcurreren elkaar met voorlichtingsavonden en advertentiecampagnes om zoveel
mogelijk leerlingen te trekken; Nederland, een van de rijkste landen in Europa,
geeft minder geld aan onderwijs uit dan de meeste andere Europese landen. Een
van de laatste warhoofden die bij ons minister van onderwijs mocht zijn meende
hieruit te mogen afleiden dat we ons onderwijs dus wel buitengewoon efficiënt
moesten hebben ingericht. Intussen is het aanzien van het onderwijs zó gedaald
dat geen mens meer zin heeft erin te werken en dat we ‘zij-instromers’, mensen
die er geen opleiding voor hebben genoten, voor de klas moeten zetten. De
laatste staatssecretaris van cultuur die de socialisten mochten leveren was een
blaaskaak die van huis uit econoom was en alleen in getallen dacht. Als het over
de idealen van de sociaaldemocratie ging liet hij graag publiekelijk een harde
wind. Hij wilde de subsidies van theatergezelschappen | |
| |
afhankelijk
maken niet van de kwaliteit die zij boden, maar van het aantal
jongeren en vooral allochtonen dat zij wisten te trekken; dat wilde hij bij de
kassa laten tellen. Hij was ook tegen de vaste boekenprijs omdat de markt, de
meeste stemmen dus, maar moest bepalen welke boeken er wel of niet zouden worden
uitgegeven.
De bestuurders die het evangelie van de meeste stemmen graag op alle terreinen
van de samenleving toepassen, menen dat het principe dat iedereen over alles
meepraat de mensen mondiger heeft gemaakt. Als ze daarmee bedoelen dat je
nergens verstand van hoeft te hebben om toch je mond open te mogen doen, hebben
ze gelijk. Dan hebben we in het gedenkwaardige jaar 2002 ook de overheid
gekregen die we verdienen. In kamer en kabinet worden we vertegenwoordigd door
een stel idioten, poenige nouveaux riches en bungyjumpers die de media
vergiftigden met hun privésores, slechte manieren en dom geblèr. Ze gingen met
elkaar en met journalisten en fotografen op de vuist op een manier die doet
denken aan de opkomst van Mussolini, maar achtten dat zelf kennelijk niet in
tegenspraak met hun dagelijks geroep om de ‘terugkeer’ van wat zij normen en
waarden believen te noemen. Het is geheel in overeenstemming met de populairste
manier van radiomaken die we hebben ontwikkeld: de zogenaamde talkradio waarbij
een presentator jan en alleman uitnodigt op te bellen met zijn mening over
euthanasie, de gekke-koeien-ziekte, de hoed van Máxima, het bestaan van God en
de wenselijkheid van een oorlog tegen Irak. De percentages voor en tegen worden
aan het eind van de uitzending trots medegedeeld als een gegeven waar we rustig
de nacht mee in kunnen.
In een recent onderzoek worden de resultaten van het basisonderwijs in België en
Nederland met elkaar vergeleken. De Belgische kinderen blijken over aanzienlijk
meer kennis en vaardigheden te beschikken, maar in één opzicht leggen ze het
toch af tegen ‘onze’ leerlingen: ze waren veel minder goed van de tongriem
gesneden. Als ze ergens niks van wisten, hadden ze er toch een mening over en
uitten die zonder enige gêne. Getraind door de talkradio, denk ik.
|
|