een platenhok, een kooi beslagen met ijzeren plaatwerk waarin gaatjes groot als die in het midden van een elpee. Hij draait een concert van Nina Simone, ze zingt Pirate Jenny. Karmele komt binnen, drinkt iets, voert een gesprek met een vriendin en gaat weg.
Kasabian zet een kruisje in een van de gangen van het labyrint.
De pensions in het ghetto zijn schoon, duur, gehorig. Etages waar families wonen die hun logeerkamers of oude kinderkamers verhuren. Families goed van vertrouwen, ze geven een sleutel en vragen geen paspoort of borg. Op de etage blijft van een kamer de deur open, daar draait overdag een wasmachine. In de nacht is er geen enkel geluid. De deur met de drie sloten, een kanonschot in de gang.
Ook 's nachts lopen er mensen op straat, nabij de Almeda del Boulevard, waar het ghetto eindigt en de bredere straten zuidwaarts leiden. Jongens en meisjes lopen er, mannen en vrouwen in groepjes en alleen. Sommigen staan stil op een hoek en wachten op anderen. Iemand maakt zich los uit een groep en loopt in hoog tempo het ghetto uit.
Karmele nodigt uit tot elegantie. Denk je dat je iemand moet nalopen, iemand moet overreden, dan heb je het mis. Je kunt je hand op je hart leggen en zeggen dat je geen kwaad in de zin hebt, als je dit meent, als dit werkelijk zo is. Karmeles ogen zijn groot en geamuseerd. Ze staat voor een voordeur met een sleutel in haar hand.
Kasabian tekent onder het labyrint een aantal diametrale blokken. In een daarvan tekent hij een vijver en een gazon.
In de nieuwe stad zijn de trottoirs breed en vol bomen en banken. De straten bestaan uit vier rijbanen en het verkeer rijdt in één richting. Een postkantoor, warenhuizen, bankgebouwen, een rotonde met in het midden een onbereikbaar plantsoen. De etalages zijn groot en vol en Karmele loopt langs zonder naar binnen te kijken. In een bar die is aangekleed als saloon vraagt ze naar afkomst, activiteit, leeftijd.
Drink alleen maar koffie, water en whisky. De rest maakt je ziek. Beweeg je voort in taxi's, draag de mooiste kleding, lingerie, parfums, maar behoudt een sobere smaak. Praat niet teveel, alleen op de juiste momenten. Dat zijn de wetten van Karmele.
Links en rechts van het labyrint - een zestienvoud van het vierkante plein - trekt Kasabian rechte lijnen. Bovenaan het labyrint trekt hij een lus, die van de rechterlijn links afbuigt en na een eind in een halve cirkel terugkomt bij de linkerlijn. In de cirkel tekent hij hoogtelijnen. Tussen de linkerkant van de cirkel, de neus van de schoen, en de rechterkant van het labyrint trekt hij drie lijnen die elkaar niet raken en evenmin geheel doorlopen.