Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1999 (nrs. 85-88)
(1999)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Elmer Schönberger
| |
[pagina 203]
| |
ding, een ander rolt zich van louter kalligrafisch genoegen als een poes op. Wel moet ik toegeven dat ik in al die jaren niet veel verder ben gekomen dan er af en toe wat in te bladeren. Iets zegt mij dat het op die manier het beste tot zijn recht komt.
Is het toeval dat mij het verzoek om een schriftelijk bericht over St. Francis and the Wolf of Gubbio or Brother Francis' Lamb Chops bereikt op de dag dat ik terugkeer uit London waar ik, primo, speciaal naar toe ben gereisd om een recent werk van de componiste Sofia Goebaidoelina te horen, namelijk Zonnegezang, een, naar bleek, even hymnische als barrevoetse verklanking van St. Franciscus' lofprijzingen van de Schepper en zijn schepping; en waar ik, secundo, heb overnacht in een hotel dat in 1938 volgens een bekende foto onderdak bood aan Freud (het intellectuele voorbeeld van St. Francis' zuster, maar dit terzijde) en, minstens zo gedenkwaardig, nog weer eerder, namelijk in de tijd dat het nog een nursery home was, Alan Turing ter wereld zag komen, en dat, het hotel dus, onder de tegenwoordige naam Colonnade zeer Edwardian is gelegen aan dezelfde Warrington Crescent waar, zo wordt mij bij terugkomst meegedeeld, Stefan en Franciszka Themerson tot hun dood gewoond hebben. Wat zouden zij in godsnaam met elkaar te maken kunnen hebben, beide Francischi?
De componist noemt zijn St. Francis een semantische opera aangezien het skelet van het werk van woorden is gemaakt. Nu is dat doorgaans zo in opera's maar doen die woorden er in de meeste gevallen niet zo erg toe, behalve als voertuig van driften, gevoelens, stemmingen et cetera en dus van muziek. In gewone opera eet muziek de woorden op. Hun waarde ligt in hun verteerbaarheid. In deze semantische opera bedoelt de muziek zich volgens de componist tot de tekst te verhouden als kleur tot een lijntekening. Daarom is de lay-out van de partituur gebaseerd op talige en niet op de muzikale zinnen. De helft van de opera bestaat uit korte generale pauzes, dat wil zeggen, uit punten, komma's en gedachtenstreepjes: drie maten zang Al bij al bestaat de partituur uit 518 plakjes muziek. Tussen die plakjes wordt gezwegen. | |
[pagina 204]
| |
Omdat de tekst de muziek domineert, eerst iets over het verhaal. In tegenstelling tot die andere, veel befaamdere maar veel saaier getitelde Franciscus-opera, Saint François d'Assise van Messiaen (die trouwens van later datum is) gaat Themersons werk niet over de Franciscus maar iemand die Franciscus, althans Francis wordt genoemd. Meteen uit de parabel-achtige ouverture, een gesproken dialoog tussen een Jonge Man en een Oude Man / Jonge Vrouw, blijkt dat deze bijnaam niet toevallig is. Francis weet niet of hij lachen of huilen moet, vindt het leven wreed, stom en zinloos. Tot groot verdriet van zijn ouders, die toch zoveel voor hem over hebben gehad, doet hij afstand van zijn erfenis en van zijn kleren. Hij noemt zichzelf dichter. Zijn naasten verklaart hij van gisteren, zelf marcheert hij de toekomst tegemoet. In de tweede scène beklaagt de pater familias (‘Pater familias, P! / Ater familias, Pa. / Ter familias Pat,’...) zichzelf en zijn familieleden over het verlies van de oudste zoon en verandert intussen in een boom. In het tweede bedrijf ontmoet Francis de eerbare Wolf van Gubbio, die hij van moord op het lam en beroving van de boeren beschuldigt. Wolf noemt zichzelf een slachtoffer omdat God hem een vleesetende maag gaf. Francis erkent de rechten van Wolf en stuurt op een vreedzame oplossing aan: het lam zal slechts in overeenstemming met de publieke moraal, de menselijkheid en de goddelijkheid gedood worden. In de volgende scène wordt het resultaat van dit streven getoond: een moderne fabriek waar ingeblikt vlees van het merk Brother Francis' Lamb Chops geproduceerd wordt. Francis heeft zijn twijfels: het lam wordt nog steeds geslacht maar brengt nu geld op. Hij is teleurgesteld in Gods wegen. God schonk hem de vreugden van de natuur, van Zuster Vis, Broeder Vogel en Broeder Viervoeter, niet om hem te verblijden, maar om de wreedheid te verbergen die de hartslag van de schepping is. Wolfs dochter, verliefd op Francis, weerhoudt hem van een boycot van het ingeblikte vlees en prijst haar broers fabriek aan als de meest bevredigende economische, metafysische, intellectuele, theologische, filosofische en gastronomische oplossing. Francis blijft ontevreden over een vrede die gevestigd is op de biologische noodzaak tot doden. De grap is, zegt Wolf: God gaf je een sentimenteel zenuwgestel maar een vleesetende maag. Samen met zijn dochter probeert hij Francis' aandacht van de wrede werkelijkheid af te leiden. In de slotscène roepen Francis' verwanten op tot het kopen van Brother Francis' Lamb Chops. Francis erkent dat er geen alternatief voor het doden van het lam is. Hij weet nog steeds niet of hij moet lachen of huilen maar volgens Wolf doet dat niet ter zake. Leven is eten en eten is doden maar de vraag is wie gedood moet. | |
[pagina 205]
| |
And that's how the puzzled neurons
Of the human nervous system
evolved the codes of Ethics,
And that's how the human biped
Survived the other beasts
And makes such a fuss about it.
Zou Themersons operaatje ooit opgevoerd zijn? Was het eigenlijk zijn bedoeling dat het opgevoerd zou worden? Is het niet meer een leestekst met Augenmusik? Je komt er niet goed achter waarom ze eigenlijk zingen, oom en tante en alle anderen. En vooral, wat ze ze precies zingen, voor zover er, behalve semantisch gesproken, al van enig ‘precies’ sprake is. De muziek put volgens de maker opzettelijk uit het arsenaal van clichés dat in de hoofden van de personages ligt opgeslagen. Dat klopt op het eerste gezicht; het ziet er nogal gewoon en vertrouwd uit wat zich op de notenbalken afspeelt. Francis' familieleden smeken de dwarse zoon volgens oeroud recept in dalende secundes (34f). Tantes gezeur neemt de onvermijdelijke vorm van een verminderd septiemakkoord (43) aan. En citaten uit Händels Messiah (‘Worthy is the Lamb that is slain’, 295f; ‘And the Glory of the Lord’, 301f) maken duidelijk dat men zijn klassieken kent. Ook Mozart. De twee orkestjes die tijdens een party in Mayfair hun dansmuziekjes door elkaar heen spelen (272f), roepen Don Giovanni in herinnering. Maar men kent ook zijn tijdgenoten. Oom en tante variëren het motief van de huiselijke haard (115f) op de wijze van omkering, kreeft en omkering van de kreeft zoals geïntroduceerd door Schönberg. En wat te denken van de chromatisch uitwaaierende melodieën die zo karakteristiek voor de muziek van de tweede akte zijn (o.a. 282)? Zijn zij geïnspireerd op de symmetrische All-Interval-Reihe zoals bekend uit het werk van Schönbergs leerling Alban Berg (Lyrische Suite) en van Schönbergs schoonzoon Luigi Nono (Il canto sospeso)? Of gaat het hier om Spielerei, het soort Spielerei waarvan de hele partituur is doortrokken? Want, eerlijk is eerlijk, St. Francis and the Wolf of Gubbio is meer het werk van een toonknutselaar dan van een toonkunstenaar. Er komt in de hele partituur nauwelijks een maat voor die ‘klinkt’. Ik geef toe dat dit een hachelijke constatering is na een eeuw muziek waarin het simpele onderscheid tussen ‘klinken’ en ‘niet-klinken’ onophoudelijk geproblematiseerd is. Maar je hebt nu eenmaal goede foute noten en foute foute noten, zoals je goede foute zinnen hebt en foute foute zinnen. Goede foute noten en goede foute zinnen zijn zich hoorbaar en leesbaar van dit onderscheid bewust. De personages van St. Francis zijn zich daar niet van bewust, of zij nu goed fout of fout fout klinken. Zij | |
[pagina 206]
| |
zijn overwegend onhandig en onbeholpen. ‘En mij heeft hij verboden streng te roken’, versprak een actrice zich ooit in alle ernst en zonder het zelf te merken in een toneelstuk van Botho Strauss, en niet één keer maar avond na avond. Daar lijkt het nog het meest op wat er muzikaal in St. Francis gebeurt, maar dan aan één stuk door en nog veel onmogelijker en minder (en zelfs helemaal niet) grappig, in alle rollen, in de begeleiding, in de melodieën, de akkoorden, in alles. Bovendien zijn het niet alleen de personages wie het verboden is streng te roken, maar is het ook de auteur zelf. Hij weet niet wat wij wel weten. Tenzij hij het wel weet, maar in dat geval heeft hij het eenvoudigweg niet wíllen weten. St. Francis and The Wolf of Gubbio or Brother Francis' Lamb Chops. Was ik er altijd alleen maar een beetje in blijven bladeren. |