Die eerste twee regels heb ik in lezingen, essays, lessen uitentreure gepresenteerd en omspeeld. De voltreffers van de aanhef kon ik in een ommezien kwijt: Schepen liggen er, pats, daar liggen ze. Een normale zinsbouw zou die onmiddellijkheid niet veroorzaakt hebben. Concreter kan het niet, ware het niet dat wij, volop aanwezige toeschouwers, tegelijkertijd buitengesloten worden, we weten immers niet waar we zijn. De puntkomma maakt ons nog onzekerder, het begin is niet afdoende, er moet iets volgen, maar de wending die de zin dan neemt was onmogelijk te voorzien: waarom zo...
Geen medestander in wat wel een haven zal wezen, zal op dat ogenblik zich die vraag gesteld hebben. Het is een hilarisch moment, dat het in een lezing goed doet, een knipoog erbij en een lach breekt door, de verwondering en nieuwsgierigheid nemen ineens toe, we willen meer weten van de zonderlinge vragensteller, tout devient suspense zou Mallarmé zeggen, een vraagteken blijft uit, misschien is er geen antwoord.
In ieder geval geeft regel twee geen uitsluitsel, deze hypothese heeft geen enkele grond, het raadsel wordt groter. De woordkeus lieve en leed brengt ons nog verder van huis en we zullen eerder naar lief en leed zoeken, dan denken aan windstil weer.
Het merkwaardigste is de conclusie van wat geen gevolgtrekking is: zo. De twee regels van 8 lettergrepen eindigen op hetzelfde woord, maar de accenten, de dosering, de klank, de interpunctie zorgen voor een wereld van verschil. Zelfs de betekenis van het bijwoord wijkt uiteen: een opening met perspectief en een punt-uit die ons aan de kant zet, verbouwereerd en wel en op afstand, bijna buiten spel.
Stel dat dit gedicht als twee-lijner door mijn leven was gegaan, dan was het in de ransel van de marskramer gebleven, ik zou het aanbevolen hebben en op de markt gebracht. Maar zo was het niet. Het maakte zich los van het repertoire en ging zijn eigen gang, waar ik geen woorden voor had. Ik heb mij nooit aan een analyse gewaagd en kom ook nu niet verder dan een aantal kanttekeningen bij de ene na de andere verrassing, ik neem het onzekere voor: