Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1998 (nrs. 81-84)
(1998)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 129]
| |
| |
[pagina 130]
| |
magneetvelden die het verspreid liggende bouwmateriaal van het epos aantrekken, het zijn dynamische micro-ruimten, knooppunten waarin alle onderdelen van de gecompliceerde narratieve structuur van het epos - in realistische zin of getransponeerd naar een meer abstract niveau - zich thematisch verbinden tot het geheel dat de verteller voor ogen staat. Aanvankelijk sloeg de term ‘formule’ in de eerste plaats op een vastomlijnd metrisch systeem of cliché waarbinnen een dichter of een bepaalde epische traditie zich relatief vrij kon bewegen. In de context van de eigentijdse epische poëzie, zoals die van Pound, of in de geest van T.S. Eliot, kan de term ‘formule’ uitsluitend verwijzen naar het vormgeven aan gefragmenteerde ideeën, gebaseerd op de herhaling van een of meer hele of halve versregels volgens de principes van het citaat, het auto-citaat, de analogie, de allusie, de correspondentie, de collage of de montage van gelijke of op elkaar lijkende, ongewijzigd overgenomen of geparafraseerde gedeelten van het epos. In dit proces nemen de intenties van de dichter, gesteld tegenover de inertie van de traditie, een centrale plaats in. De formule manifesteert zich in een steeds grotere verscheidenheid - niet alleen in het moderne epos, maar ook in elke andere lange dichtvorm waarin ze aanwezig is -, en wordt flexibel en variabel; het gebruik van formules komt niet langer neer op het ‘organisch’ overnemen en mechanisch doorgeven van een volks-, een nationale of een dichterlijke traditie, maar schept voor de lezer van een epische tekst een zo ruim mogelijk kader waarin alles naar alles kan verwijzen. De nieuwe formules zijn gedachten: intellectueel, boven de tekst uitstijgend en openstaand voor dichterlijke manipulatie en interpretatie. Het principe van de formule impliceert niet langer het in blinde navolging produceren van een replica, d.w.z. het absoluut kopiëren van een vooraf gegeven schema of origineel, maar het reproduceren daarvan, d.w.z het toelaten van een grotere of kleinere semantische afwijking iedere keer wanneer een of meerdere hele of halve versregels worden herhaald. Pounds Canto's vormen het mooiste, maar ook het meest complexe voorbeeld van de dynamische manier waarop de formule in de moderne epische poëzie bewaard blijft.
De Pisaanse Canto's, waaraan Pound begon in 1945, toen hij - als het dramatische resultaat van zijn gepassioneerde steunbetuigingen aan het fascisme - enige tijd niet ver van Pisa in krijgsgevangenschap doorbracht, waarvan de eerste drie weken in een kooi en onder de blote hemel, wordt beschouwd als een van de meest geslaagde en gecompliceerde cycli binnen zijn epische werk. Het is vrijwel zeker dat De Pisaanse Canto's voor Pound, na de aanvallen van hysterie en geheugenverlies waaraan hij in gevangenschap leed, een terugkeer betekenden, | |
[pagina 131]
| |
niet alleen naar de poëzie en naar zijn onvoltooide dichterlijke project, maar ook naar zichzelf. Daarom kan men dit gedeelte van zijn Canto's beschouwen als een kruispunt waarop alle essentiële kenmerken van Pounds dichtkunst elkaar ontmoeten: de directe behandeling van de ‘dingen’, zowel subjectief als objectief, het weglaten van elk woord dat niet tot de presentatie bijdraagt, het componeren van een ritmiek die muzikale frasen volgt en niet de metronoom, en het aan het vorticisme ontleende procédé om de totale energie van de dichter te doen uitstromen in een ‘werveling’ als het maximum van mechanische energie, d.w.z. een ruimte van een met energie beladen, vitaal verleden dat het waard is in de toekomst opnieuw tot leven te komen. Naast de bijzondere aandacht die Pound schenkt aan details uit de natuur, wat een duidelijk contrast vormt met alle Canto's die hij eerder geschreven had, vormen de oefeningen in mnemotechniek in zijn Pisaanse cycli waarschijnlijk het meest overtuigende element. De herinneringen gaven, gelijk mantra's, aan Pound zowel zijn gevoelens als zijn herinneringen terug, iets wat hij naderhand ook zelf bevestigde. Maar de ‘mantra's’ in Pounds Pisaanse zangen herinneren aan de formules van een dichter met een oeroude, magische, orfische kracht, van een dichter die de klanken en beelden uit het verleden, poundoxaal of niet, herschiep tot een zo concreet mogelijk symbolisch materiaal om de intellectuele utopie te schetsen die in de epische structuur van zijn Canto's is ingebouwd.
In de tachtigste zang van De Pisaanse Canto's vinden we bijvoorbeeld de volgende passage:Ga naar eind2
Les hommes ont je ne sais quelle peur étrange,
zei Monsieur Kweenie, de la beauté
La beauté, ‘Schoonheid is moeilijk, Yeats’ zei Aubrey Beardsley
toen Yeats hem vroeg waarom hij die gedrochten tekende
of in elk geval geen Burne-Jones-figuren
en Beardsley wist dat hij ging sterven en gauw
moest scoren
vandaar geen B-J meer in zijn werk.
Zo vreselijk moeilijk, Yeats, schoonheid zo moeilijk.
Een kort, schools commentaar op dit fragment, gebaseerd op de gegevens over de mensen en de situaties uit de Canto's waarover we kunnen | |
[pagina 132]
| |
beschikken, zou kunnen luiden als volgt: in de eerste regel verwijst Pound naar een fragment uit een gesprek met een zekere Britse overste, aan wie hij ooit zijn eigen economische theorie trachtte uit te leggen; vervolgens ontdekken we echter dat Pound niet uitsluitend zichzelf citeert, maar enkel in het Frans de ironische opmerking parafraseert die de illustrator Aubrey Beardsley op zijn sterfbed richt tot de dichter W.B. Yeats; direct daarna, en nu met een citaat van Yeats, introduceert Pound de schilder Edward Burne-Jones, een van de leidende figuren van de prerafaëlitische schilderkunst en de grote inspirator van een belangrijk langrijk deel van Beardsleys oeuvre in de geest van het middeleeuwse eroticisme en de decadentie van de estetisch ingestelde prerafaëlieten. Het zwaartepunt in deze passage wordt door de dichter gelegd in de woorden schoonheid is moeilijk, dus in het antwoord dat Yeats, een van Pounds grootste dichterlijke voorbeelden en allerbeste vrienden, als een testament in de vorm van een parafrase van Beardsley meekreeg toen deze op het punt stond zijn laatste adem uit te blazen. Maar dit is, zoals zo vaak bij Pound, een begin en niet een einde, een opening en niet een afsluiting, want via zijn citaten, waarin hij zowel Yeats als Beardsley samen met Burne-Jones in één arrangement onderbrengt, en een meta-referentie waarin hij verwijst naar Swinburne's prerafaëlitische invloed, waaronder hij ook zelf enigermate verkeerde, voert de dichter ons nog verder en ‘dieper’, namelijk naar een dialoog in een onopvallende passage uit het zesde boek van Plato's De Staat. Het moet worden benadrukt dat in de Canto's, een epos dat vooral uit verwijzingen is opgebouwd, bouwd, de tijd geen enkele chronologische, en zeker geen causale betekenis heeft, want de tijd als zodanig is in de Canto's ondergeschikt aan het reanimeren van het verleden als een fragment dat uitsluitend kan en mag worden gebruikt voor het re-construeren van Pounds intellectuele utopie. Maar noch Plato, noch Beardsley, en Pound nog minder, was in staat zijn politiek-filosofische of artistieke aspiraties volledig te realiseren. Inderdaad: schoonheid is moeilijk. Daardoor neemt, dankzij Pounds intellectuele tijdloosheid, zelfs al was dat in een periode die binnen de twintigste eeuw waarschijnlijk een radicale ommekeer betekende - wat overigens ook geldt voor de ‘tijden’ die relevant waren voor het ontstaan van de epische werken van Homerus, Vergilius of Dante - de uitspraak schoonheid is moeilijk in zijn Pisaanse Canto's een centrale plaats in, en een aandachtige lezer kan hem als een van de belangrijkste formules in Pounds epos op acht verschillende plaatsen tegenkomen. Een terloopse halve versregel wordt door Pound herschapen tot een formule van het moderne, variabele type, een formule die haar structuur, gebaseerd op naamwoorden in het enkelvoud, herschept tot een vorm met werkwoorden in het meervoud, een formule die zich | |
[pagina 133]
| |
manifesteert als het proces van dynamische, dichterlijke ‘formulering’. Pounds afzonderlijke woorden of ‘amalgamen’ (zoals wolken, katten, marmer munt of licht), Pounds mantra's (De wind is een deel van het gebeuren / De regen is een deel van het gebeuren), Pounds uitspraken (schoonheid is moeilijk), Pounds dichterlijke procédés (citaten, montages, fragmenten, ideogrammen), alles explodeert en implodeert in een voortdurende opeenvolging, daarbij veranderend in Pounds formules, zonder welke de Canto's nooit hadden kunnen ontstaan of worden gelezen, en zonder welke wij nooit in staat waren geweest ons van de evolutie, niet alleen in de zin van aanpassing aan de context, maar ook in die van een geleidelijke ontwikkeling van de epische poëzie in de toekomst, een voorstelling te maken.
vertaling: roel schuyt |