Varlam Sjalamov
Varlam Sjalamov werd in 1907 in Vologda geboren. Hij was tien in het jaar van de revolutie. Omdat hij vanwege zijn afkomst (als zoon van een priester) in zijn geboorteplaats niet mocht studeren, ging hij in 1923 naar Moskou waar hij het toegangsexamen behaalde voor de faculteit rechten aan de universiteit. Om zijn studie te bekostigen werkte hij in een taanderij.
Voor het eerst gearresteerd in 1929 vanwege deelname aan de oppositiebeweging tegen Stalin, werd hij naar Visjera gestuurd, naar een ‘kamp voor speciale doeleinden’. In 1931 kwam hij vrij en keerde hij naar Moskou terug waar hij als journalist werkzaam was en enkele verhalen publiceerde, totdat hij in 1937 voor de tweede keer werd gearresteerd vanwege ‘contrarevolutionaire, trotzkistische activiteiten’. Deze keer vertrok hij voor zeventien jaar. Na meerdere jaren in de goudmijnen van Kolyma kwam hij in het ziekenhuis terecht, vervolgens kreeg hij een opleiding tot doktersassistent waardoor hij de mogelijkheid kreeg om te werken op de opnameafdeling van een ziekenhuis voor gedetineerden.
In 1951 kwam hij vrij en bleef hij nog twee jaar in ballingschap in het Hoge Noorden. In 1953, kreeg hij, na de dood van Stalin, verlof om Kolyma te verlaten, het bleef hem evenwel verboden in Moskou te wonen. Hij vond werk in de streek van Kalinin, op tweehonderd kilometer van de hoofdstad.
Pas in 1956, na het twintigste congres dat een einde maakte aan de persoonsverheerlijking van Stalin, werd hij ten slotte gerehabiliteerd en ging hij weer in Moskou wonen.
Hij stierf in 1982 in een psychiatrische inrichting. In zijn eigen land is van zijn werk tijdens zijn leven niet meer gepubliceerd dan enkele dichtbundels.
Zijn hoofdwerk, de Verhalen van Kolyma, is in Rusland pas eind jaren tachtig verschenen.