(bij toeval?) op een proefschrift dat handelde over mijn apatride. Opeens kwam zijn personage weer tot leven. Wat vond ik in dat proefschrift in verband met mijn romanfiguur? Een massa nuttige gegevens, datums, feiten, maar het verhaal zoals ik het had bedacht werd erdoor versnipperd. Het geheim, de geheimzinnige sfeer die om het leven en de dood van mijn ‘held’ had gehangen, was plotseling vervlogen. Ik besloot toen toch vol te houden, te proberen die sfeer van geheimzinnigheid en onbekendheid terug te vinden. De kale constructie van feiten, gelijkend op een vlechtwerk van vakjes voor een kruiswoordraadsel, op mijn eigen manier in te vullen’.
In de manuscripten die Kiš heeft nagelaten zijn zeven inhoudsopgaven bewaard voor de verhalenbundel die in 1983 zou worden gepubliceerd onder de titel De encyclopedie van de doden. In de eerste twee, die we zonder moeite op 1980 hebben gedateerd, is ook de titel Ödön von Horváth opgenomen, met een indicatie van het verwachte aantal pagina's (10 in de eerste, 8 in de tweede). Beide inhoudsopgaven zijn met de hand geschreven, op een half vel schrijfmachinepapier. Een restje plakband getuigt ervan dat de lijst titels (als een soort literaire verplichting) op een zichtbare plaats heeft gehangen. Er komt echter geen verhaal over ÖDön von Horváth voor onder de titels in de overige vijf inhoudsopgaven, die op de schrijfmachine getikt zijn en waarin alleen de titels van de voltooide verhalen zijn opgenomen. In de nagelaten manuscripten vonden wij echter zevenenveertig getypte bladzijden die behoren tot ‘de plot van een verhaal’ over leven en dood van een apatride. Bovenaan een ervan staat, getikt met grote letters: de apatride / de man zonder vaderland, en daaronder, tussen haakjes, de geest is ons vaderland. Wij hebben het eerste, onderstreepte woord als titel voor het verhaal genomen en de twee andere titels beschouwd als varianten. Van die zevenenveertig voornamelijk ongeordende bladzijden waren zonder grote problemen twee gehelen te maken, die ten opzichte van elkaar staan als een eerste en een tweede versie. De eerste bevat veertien genummerde bladzijden, met sporen van verbeteringen, kennelijk inderhaast aangebracht met een zwarte fineliner. Het verhaal over de apatride, nu onder de naam Egon von Németh (de vervanging van de achternaam Horváth door Németh is, afgezien van de zuiver literaire
redenen die hier niet speciaal hoeven te worden toegelicht, op zich interessant: een veel voorkomende achternaam waarmee men Hongaren aanduidt die aan de grens met de Kroaten wonen, is vervangen door een even vaak voorkomende achternaam van Hongaren uit de Duitse grensgebieden), loopt in deze versie ononderbroken door, zonder dat er, zelfs tussen chronologisch ver uiteengelegen perioden, enige onderverdeling is aangebracht. In die tekst zijn echter met diezelfde zwarte viltstift fragmenten omcirkeld en met cijfers aangegeven die vervolgens bijna zonder veranderingen in de tweede versie van in totaal acht pagina's zijn opgenomen. Die laatste versie leggen wij de lezer ook als laatste voor, in de mening dat het in meerdere opzichten nuttig zou zijn op een dag die twee versies (die overigens heel zeldzaam