Ger Verrips
Donker
Aan weerszijden van het flauw kronkelend lint van de Autostrada dat vanuit het vliegtuig al te zien was geweest reikten steile heuvels, rijk aan groen van wijnranken en cypressen, hier en daar een plek rode klei ertussen, naar een bijna hard zomerblauw aan de zuidelijke hemel. Ik reed in de stille siësta-uren door een overdadig zonlicht, in gedachten nu eens een terugblik dan een vooruitzicht op verstild lachen van verliefde, blote armen uit een aubergine-blauw-rode jurk die op mijn schouders werden gelegd en kleine smalle handen strelend over mijn nek. Zonsondergang. Een sterrenhemel. Bloemen, muziek. Ook in de bochten liet ik de huurauto meer dan negentig kilometer per uur maken.
Na een korte, vrij scherpe wending naar links nader ik een tunnel, die volgens de aanwijzing op het bord naast de ingang honderden meters lang moet zijn. Mijn rechterhand zoekt de lichtschakelaar. Ze grijpt mis. En nog eens mis. En weer mis. Mijn vingers schuiven snel over het dashboard, terwijl de auto het zwarte gat binnenstormt. Van het ene moment op het andere beland ik in een volslagen duister. De verlichting in de tunnel moet zijn uitgevallen. Als ze ooit is aangebracht. Dit is wat men aardedonker noemt. Er is geen glimp schemer van een uitgang te zien. De bocht kan nog korter zijn geworden. Ik zoek afstand tot de onzichtbare rechterwand, maar heb alle idee verloren waar de rijweg nog zou kunnen zijn. Elke fractie van een seconde kan de doodklap in de botsing tegen het gesteente komen. ‘Te pletter...’ De enige woorden die me door de kop gaan. Pas dan minder ik gas. Is dat wel verstandig? Ondertussen drukken m'n vingers de ene knop na de andere in. De ventilatie begint te ruisen. Ik gris naar de hendel onder het stuur. De wissers knirpen over de droge voorruit. Is er wel licht in deze auto? Geen tegenliggers. Geen auto achter me. Rijdt hier iedereen zonder licht? Is dit wel een tunnel? Heb ik m'n zonnebril afgezet? Op het dashboard licht een signaallampje op: de verwarming van de achterruit is aan. De waanzin! Door zo iets doms aan je einde te komen! Wat is dit voor een ruimte? Is hier wel een tunnelwand? Ja! Rechts voor me! Schemer... Ik druk het stuur naar links. Zacht, voorzichtig, tot het uiterste beheerst, en probeer om heel precies de smalle ruimte aan te houden tussen de meer en meer oplichtende rots-